Gelijkenis
Kennen jullie de theorie dat bazen geleidelijk aan op hun hond gaan lijken? Ooit kende ik een vrouw die, hoe ouder zij werd, steeds meer op haar boxer leek. Krek dezelfde onderkin, hangwangen, droevige ogen en niet te vergeten: net zo eigenzinnig.
Tijdens wandelingen zie ik regelmatig de bezitster van een roedel hazewindhonden. Je raadt het al… Mager, tanig, dunne benen, lange nek, gekleed in beigetinten en altijd haast.
Mijn Hendrik gaf mij jaren geleden ’s nachts een kaakslag. In de veronderstelling dat een van onze witte langharige honden naast hem op het kussen lag. ‘Wegwezen!’, beet hij mij toe, terwijl ik pisnijdig overeind schoot. Hij had wat uit te leggen.
Ik hoop trouwens niet dat ik op onze Gerrit ga lijken. Korte pootjes, ruige kop, weerbarstige wenkbrauwen. De fragiele rug heb ik al, dus ik ben reeds een eindje onderweg. Toch maar even opletten dat ik niet ga trippelen en venijnig en bijterig word.
Vandaag las ik een artikel over een interessant wetenschappelijk onderzoek van twee Israëlische universiteiten. Wat blijkt: volwassenen met dezelfde naam lijken op elkaar. De onderzoekers zijn stellig in hun redenatie dat het menselijke gezicht zich in de loop der tijd aanpast aan de voornaam.
Persoonlijk heb ik bij sommige voornamen dikwijls een beeld voor ogen. Zo van ‘dat is een typische Eppo, Pascal of Madelon’. Nu blijkt dus dat stereotypen gekoppeld aan een voornaam echt kunnen kloppen. Ergo, volwassenen met dezelfde voornaam zien er vaak hetzelfde uit.
En dat is zelfs met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bewezen. Hoe dan? Honderdtwintig volwassenen en vijfenzeventig kinderen bekeken foto’s van volwassenen en konden daarbij kiezen uit vier voornamen. Hoe heet deze persoon? De uitkomsten lagen ruim boven het kans niveau. Volwassenen met dezelfde naam leken qua type op elkaar.
Het gekke was dat voornamen niet waren te linken aan kinderen. Zelfs als de kindergezichten door kunstmatige intelligentie verouderd werden, lukte het niet. De gelijkenis was (nog) niet te zien.
Dit alles bevestigd in hoge mate de theorie dat het gezicht zich tijdens ons leven aanpast aan onze voornaam ten gevolge van sociale factoren. De voornaam speelt dus wel degelijk een rol in de ontwikkeling van een mens.
Dat wordt oppassen geblazen voor stellen die gezinsuitbreiding, in welke vorm dan ook, overwegen. ‘Voor welk hondenras gaan wij en welke naam geven wij ons kind?’ Mijn advies: Ga nooit over een nacht ijs, want dat blijkt linke soep.
Tijdens wandelingen zie ik regelmatig de bezitster van een roedel hazewindhonden. Je raadt het al… Mager, tanig, dunne benen, lange nek, gekleed in beigetinten en altijd haast.
Mijn Hendrik gaf mij jaren geleden ’s nachts een kaakslag. In de veronderstelling dat een van onze witte langharige honden naast hem op het kussen lag. ‘Wegwezen!’, beet hij mij toe, terwijl ik pisnijdig overeind schoot. Hij had wat uit te leggen.
Ik hoop trouwens niet dat ik op onze Gerrit ga lijken. Korte pootjes, ruige kop, weerbarstige wenkbrauwen. De fragiele rug heb ik al, dus ik ben reeds een eindje onderweg. Toch maar even opletten dat ik niet ga trippelen en venijnig en bijterig word.
Vandaag las ik een artikel over een interessant wetenschappelijk onderzoek van twee Israëlische universiteiten. Wat blijkt: volwassenen met dezelfde naam lijken op elkaar. De onderzoekers zijn stellig in hun redenatie dat het menselijke gezicht zich in de loop der tijd aanpast aan de voornaam.
Persoonlijk heb ik bij sommige voornamen dikwijls een beeld voor ogen. Zo van ‘dat is een typische Eppo, Pascal of Madelon’. Nu blijkt dus dat stereotypen gekoppeld aan een voornaam echt kunnen kloppen. Ergo, volwassenen met dezelfde voornaam zien er vaak hetzelfde uit.
En dat is zelfs met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bewezen. Hoe dan? Honderdtwintig volwassenen en vijfenzeventig kinderen bekeken foto’s van volwassenen en konden daarbij kiezen uit vier voornamen. Hoe heet deze persoon? De uitkomsten lagen ruim boven het kans niveau. Volwassenen met dezelfde naam leken qua type op elkaar.
Het gekke was dat voornamen niet waren te linken aan kinderen. Zelfs als de kindergezichten door kunstmatige intelligentie verouderd werden, lukte het niet. De gelijkenis was (nog) niet te zien.
Dit alles bevestigd in hoge mate de theorie dat het gezicht zich tijdens ons leven aanpast aan onze voornaam ten gevolge van sociale factoren. De voornaam speelt dus wel degelijk een rol in de ontwikkeling van een mens.
Dat wordt oppassen geblazen voor stellen die gezinsuitbreiding, in welke vorm dan ook, overwegen. ‘Voor welk hondenras gaan wij en welke naam geven wij ons kind?’ Mijn advies: Ga nooit over een nacht ijs, want dat blijkt linke soep.