Juliana, een eeuw in poppen

Koningin Juliana kreeg gedurende haar leven ruim zeshonderd poppen cadeau. Dat waren in haar jeugd overwegend poppen met Nederlandse klederdracht. Later ontving zij ook poppen van internationale delegaties. De poppen staan symbool voor het land, de cultuur, het beroep of de vereniging van de schenker. De collectie weerspiegelt zodoende de maatschappelijke en historische ontwikkelingen over een periode van bijna een eeuw. In de tentoonstelling zijn circa zeventig poppen uit de Koninklijke Verzamelingen te zien, aangevuld met foto’s.
Bruiklenen van musea in Sommelsdijk en Goes en van particulieren vertegenwoordigen samen met kleding en poppen uit de eigen museumcollectie de klederdracht van de Zuid-Hollandse Eilanden en de provincie Zeeland. Tevens worden herdenkingsvoorwerpen gerelateerd aan Koningin Juliana tentoongesteld.
In 1953 bezocht Koningin Juliana het gebied van de Watersnoodramp, waarbij zij ook naar de Hoeksche Waard kwam. Later waren er andere gelegenheden voor een bezoek aan het eiland.
In 1950 bezocht Koningin Juliana Kruiningen in Zeeland. Van bewoners in klederdracht kreeg zij voor elk van haar dochters een pop in Zeeuwse dracht. Een van die poppen staat in de tentoonstelling. Van een andere pop is bekend dat deze ook al in 1958 in Oud-Beijerland in de tentoonstelling stond die de oprichting van het museum inluidde.
Museum Hoeksche Waard is de laatste locatie waar deze reizende tentoonstelling door Nederland en Duitsland te zien is. Daarna zullen de poppen voor een bepaalde tijd niet worden uitgeleend. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet der Nederlanden opent vrijdagmiddag 28 oktober in besloten kring de tentoonstelling. Hier krijgt zij een toelichting over de achtergrond van de getoonde poppen.
De tentoonstelling is van 29 oktober tot en met 26 februari te bezoeken in Museum Hoeksche Waard te Heinenoord.