Kukeleku!

Kleindochter kocht vier bevruchte eieren die door ‘Spikkel’, haar lievelingskip uit hún kippenhok, onder de veren werden genomen. Spikkel is vaak broeds. Haar moederinstinct neemt dan tijdelijk het gezonde verstand over. Voor het geval zij zichzelf fanatiek ‘broedend’ uithongert, is een bevrucht ei dé uitkomst. ‘Draagmoederschap’ in een eierdop.
De bevruchte, op sekse geselecteerde, eieren hebben doorgaans een ‘hanen-garantie’. Binnen de bebouwde kom zit natuurlijk niemand te wachten op een luidruchtige haan, die ’s ochtends vroeg de meute wakker blèrt. Het zal niet de eerste keer zijn dat de rijdende rechter eraan te pas komt om te beslissen over zulk spreekwoordelijk haantjesgedrag. Haantjes kunnen dus worden teruggeven aan de fokker. Over hun lot zullen we maar niet te diep nadenken…
Op zekere dag kwamen er vier schattige kuikentjes uit het ei. Een witte, een zachtgrijze, een donkergrijze en een bruinig exemplaar. Moeder Spikkel was helemaal in haar element en blies haar veren bol zodat de kleintjes lekker warm bleven. Het moederen en de opvoeding ving aan.
Beschermd door Spikkel leerden zij scharrelen, bleven ze op temperatuur, deden zij hun slaapjes, leerden zij kuilengraven en namen ze zo nodig een heerlijk stofbadje. Gezamenlijk poetsten zij de veren en ze zagen er tiptop verzorgd uit.
Het grote loslaten begon. Spikkel trok zich steeds een kippeneindje terug en sloot zich weer aan bij haar volwassen kippenvriendinnen. De kleintjes moesten op eigen benen staan.
Na een week of zestien werden zij van elkaar gescheiden. Twee van hen bleven in het kippenhok van moeder Spikkel. De andere twee, de witte en donkergrijze, verhuisden naar onze achtertuin.
De strijd om de pikorde ving aan. Gelukkig hadden zij elkaar, samen sta je immers sterk. Ook al betekende dat slapen in de buitenlucht: dicht tegen elkaar op de hoge stok, regelmatig op het dak van het hok gejaagd worden, venijnige aanvallen en heftige discussies met de medekippen.
‘Kukeleku’, klonk het gisteren. Het witte exemplaar kraaide de sterren van de hemel. Uiterlijk is het een kip, dus hoe zit dat nou? Het is een raadsel. Voorlopige diagnose: een identiteitscrisis. Kip weet het niet meer. ‘Ben ik een zij, hij of toch gewoon een hen?’ De tijd zal het leren. Het hok of de braadpan.