Sharon

Ondertussen raast een ambulance met zwaailicht en loeiende sirene voorbij. Komt slippend tot stilstand en de bestuurder informeert bij een voetganger naar een adres. Ik sta op het trottoir, hoor zijn vraag en wil antwoorden, maar mijn stembanden weigeren dienst. ‘Hier! Het is hier vlakbij!’, roep ik zwijgend.
Ik vlieg naar binnen om hulp te zoeken en zie een onbekende vrouw in onze huiskamer staan. Aan wie doet zij mij denken? Ik ken haar en toch ook weer niet. Ze komt op mij af en informeert agressief, bijna neus tegen neus, naar een voedingssupplement. ‘Wat heeft XQR voor effect op lange termijn? ‘Dat weet ik niet, ik ken het niet’, gebaar ik.
‘Ben ik de uitvinder en leverancier? Nou, écht niet’. ‘Natuurlijk weet jij er meer van’, dreigt ze. Ik schud mijn hoofd. Ik wil dat ze stopt met haar insinuerende opmerkingen en komt helpen. Dikke tranen van frustratie en onmacht stromen over mijn wangen.
Ik schrik huilend wakker. Mijn ogen... help! Met moeite open ik mijn rechteroog, het linker blijft halsstarrig gesloten. Eindeloos durende seconden later, geven mijn oogleden hun verzet op.
De hele dag vraag ik mij verwoed af wie de onbekende vrouw uit mijn droom was. Echt irritant. Donker geverfd bobkapsel, zwaar opgemaakt, felle ogen, een onnatuurlijk gezicht. Ik kan haar zo uittekenen.
Wetenschappers beweren dat wij alleen dromen over gezichten die we een keer hebben gezien, kort of wat langer geleden. Willekeurige voorbijgangers, winkelpersoneel of een medepassagier in de bus. Mensen die je jezelf niet herinnert, maar die zich ergens in je onbewuste verstopten. Deze mevrouw heeft zich wel heel diep verstopt.
Twaalf uur later, googelend naar de naam van een tv-serie, duikt plotseling het gezicht uit mijn dromen op. Raadsel opgelost. Het is Sharon Osbourne.
Ooit een keer gezien, maar niet bewust mee bezig geweest. Zij heeft op haar dwaaltocht in mijn brein, door warmteweeën bevangen, vast een verkeerde afslag genomen. Wat hitte allemaal niet kan veroorzaken!