Van Oud naar Nieuw
Een column over het thema ‘van oud naar nieuw’, blijkt niet zo eenvoudig. Ik vind Oud en Nieuw namelijk een overgewaardeerde dag met zwaar op de maag liggende oliebollen, onzinnige voornemens die in januari reeds gerelativeerd dienen te worden en miljoenen euro’s die zinloos de lucht in gaan.
Inspiratieloos staar ik naar het toetsenbord. Opeens flitst het oude sprookje van Hans Christiaan Andersen door mijn gedachten. ‘De nieuwe kleren van de keizer’. Of het woord ‘nieuw’ misschien onbewust deze associatie oproept, laat ik over aan de psychologen onder u.
Het sprookje heeft eigenlijk niets met Oud en Nieuw te maken. Oké, vooruit… Ik doe een poging.
Een verwende ijdele keizer heeft alles wat zijn hart begeerd. Hij is dwangmatig geobsedeerd door zijn uiterlijk en heeft een inloopkast gevuld met prachtige kleding. Echter hij is ‘een rupsje nooit genoeg’. Hij geeft zijn kleermakers de opdracht om een gewaad te maken van ‘een stof die niet bestaat’. ‘Hoé dan’, vragen zij zich af.
Rondreizende kleermakers, lees bedriegers, beweren wél een concept te hebben voor deze stof. De stof kan alleen worden gezien door intelligente mensen. Zij spelen slim in op het feit dat niemand uitgemaakt wil worden voor dommerik. De keizer huurt hen in.
De kleermakers genieten schaamteloos van de luxe aan het hof. Na enkele dagen tijd doden in het atelier, presenteren zij het nieuwe gewaad. Ze voeren een ongekende pantomime op en trekken de keizer het gewaad aan. Bevreesd voor zijn bekende woede-uitbarstingen, roept iedereen om het hardst hoe fantastisch hij er uitziet. Hij ziet niets, maar afgaande op de verrukte kreten van de kleermakers en zijn hovelingen, waant de keizer zich gehuld in peperdure kleding.
Hij besluit zich aan het volk te tonen. Poedelnaakt loopt hij mee in een optocht door de straten van zijn keizerrijk. Het volk weet niet wat het ziet. Dan roept een kind: ‘Hé, de keizer loopt in zijn blootje!’ De roep wordt massaal overgenomen en de keizer begrijpt eindelijk dat hij is opgelicht.
De moraal van dit verhaal op de grens van Oud naar nieuw? Laten we in 2024 niet opgaan in de grauwe massa. Ons niet laten imponeren door domme grote bekken en uiterlijk vertoon. Stoppen met ja-knikken en gewoon ons eigen gezonde verstand gebruiken. Al betekent dat wellicht keihard zwemmen tegen de stroom in.
Tja, heb ik zowaar voor het eerst van mijn leven een goed voornemen te pakken…
Inspiratieloos staar ik naar het toetsenbord. Opeens flitst het oude sprookje van Hans Christiaan Andersen door mijn gedachten. ‘De nieuwe kleren van de keizer’. Of het woord ‘nieuw’ misschien onbewust deze associatie oproept, laat ik over aan de psychologen onder u.
Het sprookje heeft eigenlijk niets met Oud en Nieuw te maken. Oké, vooruit… Ik doe een poging.
Een verwende ijdele keizer heeft alles wat zijn hart begeerd. Hij is dwangmatig geobsedeerd door zijn uiterlijk en heeft een inloopkast gevuld met prachtige kleding. Echter hij is ‘een rupsje nooit genoeg’. Hij geeft zijn kleermakers de opdracht om een gewaad te maken van ‘een stof die niet bestaat’. ‘Hoé dan’, vragen zij zich af.
Rondreizende kleermakers, lees bedriegers, beweren wél een concept te hebben voor deze stof. De stof kan alleen worden gezien door intelligente mensen. Zij spelen slim in op het feit dat niemand uitgemaakt wil worden voor dommerik. De keizer huurt hen in.
De kleermakers genieten schaamteloos van de luxe aan het hof. Na enkele dagen tijd doden in het atelier, presenteren zij het nieuwe gewaad. Ze voeren een ongekende pantomime op en trekken de keizer het gewaad aan. Bevreesd voor zijn bekende woede-uitbarstingen, roept iedereen om het hardst hoe fantastisch hij er uitziet. Hij ziet niets, maar afgaande op de verrukte kreten van de kleermakers en zijn hovelingen, waant de keizer zich gehuld in peperdure kleding.
Hij besluit zich aan het volk te tonen. Poedelnaakt loopt hij mee in een optocht door de straten van zijn keizerrijk. Het volk weet niet wat het ziet. Dan roept een kind: ‘Hé, de keizer loopt in zijn blootje!’ De roep wordt massaal overgenomen en de keizer begrijpt eindelijk dat hij is opgelicht.
De moraal van dit verhaal op de grens van Oud naar nieuw? Laten we in 2024 niet opgaan in de grauwe massa. Ons niet laten imponeren door domme grote bekken en uiterlijk vertoon. Stoppen met ja-knikken en gewoon ons eigen gezonde verstand gebruiken. Al betekent dat wellicht keihard zwemmen tegen de stroom in.
Tja, heb ik zowaar voor het eerst van mijn leven een goed voornemen te pakken…