Boksbal
Heeft u weleens een déjà vu? U hoort of ziet iets dat u al eerder meemaakte. Vaak op exact dezelfde manier en plaats, terwijl u beseft dat dit eigenlijk helemaal niet kan. Een volstrekt niet te duiden gevoel van herkenning.
Ik liet het mij een keer uitleggen. Het blijkt een soort denkfout van de hersenen. Hersenen zitten bomvol met onthouden gebeurtenissen en plaatsen. Zij zien dat wat op een bepaald moment gebeurt als een herinnering en geven er een verkeerde interpretatie aan. Een onschuldige vorm van dissociatie.
De meneer waarmee ik sprak is nogal spiritueel ingesteld en herleidde het verschijnsel zelfs naar vorige levens waarvan slechts gevoelens/ intuïtie overblijven.
Hoe dan ook, vandaag las ik een krantenbericht over een tienjarige jongen die ergens in Amerika zat te zweten boven zijn huiswerk. Wiskundesommen die hij het met geen mogelijkheid begreep. Het noodnummer 911 wist hij wel te reproduceren.
‘Ik weet dat dit nummer hier niet voor bedoeld is. Toch heb ik heel hard hulp nodig’, begon hij en vroeg of iemand hem kon helpen met zijn huiswerk. Hij besloot met: ‘Wiskunde is niet de sterkste kant in mijn familie.’
De 911-telefoniste speelde zijn vraag door aan de adjunct-sheriff die vlakbij zijn surveillance reed. Met zijn hulp werden de opgaven opgelost.
Terwijl ik het bericht las, sprong er diep in mij een luikje open, dit had ik een keer écht van nabij meegemaakt. Op een andere plaats, in een andere tijd en andere setting.
Ergens, in de zeventiger jaren kregen wij een nieuwe buurjongen. Puttershoekers die in Canada woonden en terugkeerden naar hun geboortegrond, woonden tijdelijk bij onze buren. Hij was een jaar of zes.
Mijn broertje en hij werden vriendjes. Ze spraken een soort plat Puttershoeks- Engels met elkaar. Het waren ondernemend kereltjes.
Op een dag waren zij samen aan het baggeren. Help! Tot buurjongetjes grote schrik zaten zijn gloednieuwe schoenen dik onder de modder. Hij durfde niet meer naar huis. Wat nu? Zijn moeder zei altijd: ‘De politie is je beste vriend, ook in Nederland’.
Het politiebureau wisten ze wel te vinden. Zij stapten binnen en hij deponeerde zijn schoenen op de balie. Botje, onze plaatselijke politieagent, was de beroerdste niet. De schoenen werden schoongemaakt en glimmend opgepoetst. Tot slot kregen de heren een glaasje limonade voor de schrik.
Tijden veranderen. Schoenpoetsen zit niet meer in het servicepakket. De politie is helaas de nationale boksbal geworden.
Ik liet het mij een keer uitleggen. Het blijkt een soort denkfout van de hersenen. Hersenen zitten bomvol met onthouden gebeurtenissen en plaatsen. Zij zien dat wat op een bepaald moment gebeurt als een herinnering en geven er een verkeerde interpretatie aan. Een onschuldige vorm van dissociatie.
De meneer waarmee ik sprak is nogal spiritueel ingesteld en herleidde het verschijnsel zelfs naar vorige levens waarvan slechts gevoelens/ intuïtie overblijven.
Hoe dan ook, vandaag las ik een krantenbericht over een tienjarige jongen die ergens in Amerika zat te zweten boven zijn huiswerk. Wiskundesommen die hij het met geen mogelijkheid begreep. Het noodnummer 911 wist hij wel te reproduceren.
‘Ik weet dat dit nummer hier niet voor bedoeld is. Toch heb ik heel hard hulp nodig’, begon hij en vroeg of iemand hem kon helpen met zijn huiswerk. Hij besloot met: ‘Wiskunde is niet de sterkste kant in mijn familie.’
De 911-telefoniste speelde zijn vraag door aan de adjunct-sheriff die vlakbij zijn surveillance reed. Met zijn hulp werden de opgaven opgelost.
Terwijl ik het bericht las, sprong er diep in mij een luikje open, dit had ik een keer écht van nabij meegemaakt. Op een andere plaats, in een andere tijd en andere setting.
Ergens, in de zeventiger jaren kregen wij een nieuwe buurjongen. Puttershoekers die in Canada woonden en terugkeerden naar hun geboortegrond, woonden tijdelijk bij onze buren. Hij was een jaar of zes.
Mijn broertje en hij werden vriendjes. Ze spraken een soort plat Puttershoeks- Engels met elkaar. Het waren ondernemend kereltjes.
Op een dag waren zij samen aan het baggeren. Help! Tot buurjongetjes grote schrik zaten zijn gloednieuwe schoenen dik onder de modder. Hij durfde niet meer naar huis. Wat nu? Zijn moeder zei altijd: ‘De politie is je beste vriend, ook in Nederland’.
Het politiebureau wisten ze wel te vinden. Zij stapten binnen en hij deponeerde zijn schoenen op de balie. Botje, onze plaatselijke politieagent, was de beroerdste niet. De schoenen werden schoongemaakt en glimmend opgepoetst. Tot slot kregen de heren een glaasje limonade voor de schrik.
Tijden veranderen. Schoenpoetsen zit niet meer in het servicepakket. De politie is helaas de nationale boksbal geworden.