Geen kans

Op het eerste gezicht lijkt het alsof ze al heel lang een setje zijn, toch… schijn bedriegt. Je vangt tenslotte weleens iets op, ook als de rondetijden uit de speaker schallen.
De woorden: ‘naar rechts swipen’ vallen. ‘Maar jij begon’, zegt zij. Volgens hem kan het geen toeval zijn dat zij beiden ‘swipten’. Hij lacht te hard en te veel, zij wrijft te vaak zenuwachtig over zijn knie.
Elkaar ontmoeten in de schaatstempel van Nederland ligt niet echt voor de hand, maar zij had nu eenmaal een kaartje over. Hij ziet Jutta wel zitten en daarin vinden ze elkaar. Hoewel zij daar beiden vast een andere reden voor hebben. Een shot van Jutta’s liefje
Jake Paul op de grote schermen ontlokt haar een opgewonden gilletje, hij griezelt.
Waarom flirtende mannen ter plekke in kleine kinderen veranderen is mij een raadsel. Hoe verder de dag vordert, hoe meer hij zich uitslooft. Wrijft over haar rug, maakt flauwe grapjes en blijft worstenbroodjes aanslepen, totdat zij ze niet meer kan zien. Waarom flirtende vrouwen, flirtende kereltjes geen tegengas geven, maakt het raadsel nog groter. Zij laat het zich aanleunen en lacht om alles wat hij zegt.
Het ‘buurtpubliek’ in een straal van een meter om hen heen, denkt er het zijne van. De buurvrouw aan mijn linkerzijde kijkt mij veelzeggend aan, haar man fronst keer op keer de wenkbrauwen. De buurvrouw voor ons, kijkt af en toe nijdig achterom. Hendrik irriteert zich, ik doe gezellig mee.
En zij? Ze zien geen zon en geen maan, laat staan alle schaatsers die inmiddels van start gingen. Slaan alleen aan op de naam ‘Jutta’. ‘Goh, ik heb misschien nog maar tien minuten van het schaatsen gezien’, zegt hij na een uurtje of vier. Ja, dát weten wij. We staan figuurlijk tot onze enkels in zijn kwijl en kotsen van de zoengeluiden..
Nadat Jutta voor de laatste keer acte de présence heeft gegeven, blazen zij de aftocht. ‘Mooier wordt het toch niet’, volgens hem.
‘Arme meid’, verzucht een buurman. ‘Je hebt gelijk’, denk ik. Tegen Jutta maakt zij geen schijn van kans.