Lieveheersbeestje
De dagen worden korter en kouder. Je bent een oranjerood lieveheersbeestje met acht stippen op je rug. Je ligt lekker te soezen.
Veilig verstopt achter een stukje schors van een boomstammetje in de Wilgentuin van CBS De Schelp. Een mooi behaaglijk plekje. Beschut en warm. Perfect voor je winterslaap.
Komt er opeens een kleuter aangesjeesd. Zij knalt tegen het boomstammetje. Het schorsje breekt af en jij rolt pardoes tussen de houtsnippers. Zij stapt bijna met haar maatje 29 op jouw schildje.
Oef! Net op tijd komt ze tot stilstand. Slaakt een gilletje en roept: ‘Een lieveheersbeestje, hier ligt een lieveheersbeestje’. Ze houdt van lieveheersbeestjes.
Alhoewel… eígenlijk vindt ze lieveheersbeestjes best eng. Ze kriebelen. Ze schuift jou snel op een bruin herfstblad, wel zo veilig! Sensatiebeluste medekleuters scharen zich rond jouw oranjerode lijfje. Weg rust!
‘Hij is dood, hij beweegt niet. Hij is gewoon verfrommeld. We moeten hem redden’. Ge-lúk-kig, hij beweegt een pootje. Een zucht van verlichting golft door de gelederen.
Het advies om hem gewoon terug te zetten op zijn plekje, slaan ze in de wind. Nee joh! We kunnen hem daar toch niet verder dood laten gaan!
Als jij bijna van het slappe blaadje tuimelt, komt een hulpverlener in spé met een blauwe schep in actie. ‘Zet hem hier maar op, daar zit hij beter’.
Iemand anders heeft ook een idee. ‘We moeten hem warm houden, dat is belangrijk. Vlug, haal een papieren handdoekje om hem toe te dekken…’
Vijf paar ogen zien jou tergend langzaam wakker worden. Ja, en wát moet je dan? Laten zien dat je leeft en hopen dat ze jou met rust laten of gewoon wegvliegen?
Moeilijke vraag, want je bent nog steeds niet helemaal wakker. Slaperig zet je jouw eerste stapjes. Aan aanmoediging geen gebrek en de papieren handdoekjes worden met bossen aangesleept.
Oké, om hem goed te laten lopen, moet hij trainen, vindt een bijdehandje. ‘Ja, een parcours’, zegt het zoontje van een gymdocent.
Handdoekjes worden dubbelgevouwen en als een tentje opgezet, takjes fungeren als bruggetje, nieuwe herfstblaadjes worden aangesleept.
Je wipt braaf van schep op herfstblad, loopt onder een tentje door, kruipt over het bruggetje en met dezelfde vaart weer terug. Je hebt het er vreselijk druk mee. Arme jij, je hele bioritme naar zijn mallemoer.
Afijn, deze juf gaat naar binnen, haar pleinwacht zit erop. Kom op, vliegen maatje! Enne, voor straks welterusten en in februari gezond weer op!
Veilig verstopt achter een stukje schors van een boomstammetje in de Wilgentuin van CBS De Schelp. Een mooi behaaglijk plekje. Beschut en warm. Perfect voor je winterslaap.
Komt er opeens een kleuter aangesjeesd. Zij knalt tegen het boomstammetje. Het schorsje breekt af en jij rolt pardoes tussen de houtsnippers. Zij stapt bijna met haar maatje 29 op jouw schildje.
Oef! Net op tijd komt ze tot stilstand. Slaakt een gilletje en roept: ‘Een lieveheersbeestje, hier ligt een lieveheersbeestje’. Ze houdt van lieveheersbeestjes.
Alhoewel… eígenlijk vindt ze lieveheersbeestjes best eng. Ze kriebelen. Ze schuift jou snel op een bruin herfstblad, wel zo veilig! Sensatiebeluste medekleuters scharen zich rond jouw oranjerode lijfje. Weg rust!
‘Hij is dood, hij beweegt niet. Hij is gewoon verfrommeld. We moeten hem redden’. Ge-lúk-kig, hij beweegt een pootje. Een zucht van verlichting golft door de gelederen.
Het advies om hem gewoon terug te zetten op zijn plekje, slaan ze in de wind. Nee joh! We kunnen hem daar toch niet verder dood laten gaan!
Als jij bijna van het slappe blaadje tuimelt, komt een hulpverlener in spé met een blauwe schep in actie. ‘Zet hem hier maar op, daar zit hij beter’.
Iemand anders heeft ook een idee. ‘We moeten hem warm houden, dat is belangrijk. Vlug, haal een papieren handdoekje om hem toe te dekken…’
Vijf paar ogen zien jou tergend langzaam wakker worden. Ja, en wát moet je dan? Laten zien dat je leeft en hopen dat ze jou met rust laten of gewoon wegvliegen?
Moeilijke vraag, want je bent nog steeds niet helemaal wakker. Slaperig zet je jouw eerste stapjes. Aan aanmoediging geen gebrek en de papieren handdoekjes worden met bossen aangesleept.
Oké, om hem goed te laten lopen, moet hij trainen, vindt een bijdehandje. ‘Ja, een parcours’, zegt het zoontje van een gymdocent.
Handdoekjes worden dubbelgevouwen en als een tentje opgezet, takjes fungeren als bruggetje, nieuwe herfstblaadjes worden aangesleept.
Je wipt braaf van schep op herfstblad, loopt onder een tentje door, kruipt over het bruggetje en met dezelfde vaart weer terug. Je hebt het er vreselijk druk mee. Arme jij, je hele bioritme naar zijn mallemoer.
Afijn, deze juf gaat naar binnen, haar pleinwacht zit erop. Kom op, vliegen maatje! Enne, voor straks welterusten en in februari gezond weer op!