
Montuurtje
Een opticienszaak ergens in Vlaardingen. ‘Een hele goedemorgen allen!’ Het perfecte plaatje stapt binnen. Vader met studentikoos brilletje, hoogwaterbroek en hete aardappel in de keel, perfect gekapt en chic geklede moeder, twee in merkkleding gehesen dochters en een boomlange nukkige zoon van een jaar of veertien.
Moeder legt quasi opgewekt een brilrecept op de toonbank. Zoon Diederik blijkt de Sjaak. Ze komen met zijn allen een ‘montuurtje’ voor hem uitzoeken. Zijn zussen, IPhone in de hand, zakken ongeïnteresseerd neer op de eerste de beste stoel. Al snel zijn de dames verdiept in de wondere wereld van TikTok. Vader loopt ietwat afwezig richting herenmonturen.
Diederik staat stokstijf midden in de zaak. Niet van plan zich uit eigen initiatief te bewegen. ‘Dat wordt een uitdaging…’, denk ik.
Moeder kirt: ‘Kíjk dan, wat een elegant montuurtje!’ Diederik geeft geen krimp en staart hardnekkig voor zich uit. ‘Déze dan, ook modieus! Ge-wel-dig, wat een smaakvolle collectie!
Diederiks gezicht spreekt boekdelen. Het zal hem aan zijn reet roesten, hij heeft er geen bal zin in. Moeder blijft ratelen. De verkoopster komt er gewoonweg niet tussen. Zij probeert: ‘Is dit je eerste bril, best spannend hé?’ ‘Kom op Diederik, het is alleen voor achter je Personal Computer en voor je huiswerk. Je hoeft er niet mee naar de hockey…’, valt moeder haar in de rede. Diederik zwijgt. ‘Meisjes, Claire en Eleonora, kom je broer eens adviseren’.
De meisjes begeven zich met tegenzin naar broerlief. Speels prikken zij hem in de zij. Diederik maakt geïrriteerd een slaande beweging. ‘Diederik!’, roept moeder onthutst. De verkoopster schraapt haar keel: ‘Het rek waar u staat, is voor jonge kinderen, uw zoon is meer geholpen met een montuur uit de tienercollectie. Even een stapje naar rechts’. ‘Jeetje, wat dóm van mij’, moeder krijgt het maar net uit haar strot. ‘Jij zegt ook niets!’, sneert zij naar haar echtgenoot.
Vader schrikt op uit zijn overpeinzingen. ‘Ik was net zo oud als jij bij mijn eerste montuurtje, ik weet hoe het is’, zegt hij meelevend. Diederik kijkt hem woedend aan. Hoe zal dit aflopen?
Wij gaan op huis aan. Terwijl de deur langzaam achter mij dichtvalt, doorbreekt Diederik de stilte. ‘Ik vind alles stom, ik wil gewoon een bril die-je- niet- zíet! Snap dat dan!’, roept hij.
Moeder legt quasi opgewekt een brilrecept op de toonbank. Zoon Diederik blijkt de Sjaak. Ze komen met zijn allen een ‘montuurtje’ voor hem uitzoeken. Zijn zussen, IPhone in de hand, zakken ongeïnteresseerd neer op de eerste de beste stoel. Al snel zijn de dames verdiept in de wondere wereld van TikTok. Vader loopt ietwat afwezig richting herenmonturen.
Diederik staat stokstijf midden in de zaak. Niet van plan zich uit eigen initiatief te bewegen. ‘Dat wordt een uitdaging…’, denk ik.
Moeder kirt: ‘Kíjk dan, wat een elegant montuurtje!’ Diederik geeft geen krimp en staart hardnekkig voor zich uit. ‘Déze dan, ook modieus! Ge-wel-dig, wat een smaakvolle collectie!
Diederiks gezicht spreekt boekdelen. Het zal hem aan zijn reet roesten, hij heeft er geen bal zin in. Moeder blijft ratelen. De verkoopster komt er gewoonweg niet tussen. Zij probeert: ‘Is dit je eerste bril, best spannend hé?’ ‘Kom op Diederik, het is alleen voor achter je Personal Computer en voor je huiswerk. Je hoeft er niet mee naar de hockey…’, valt moeder haar in de rede. Diederik zwijgt. ‘Meisjes, Claire en Eleonora, kom je broer eens adviseren’.
De meisjes begeven zich met tegenzin naar broerlief. Speels prikken zij hem in de zij. Diederik maakt geïrriteerd een slaande beweging. ‘Diederik!’, roept moeder onthutst. De verkoopster schraapt haar keel: ‘Het rek waar u staat, is voor jonge kinderen, uw zoon is meer geholpen met een montuur uit de tienercollectie. Even een stapje naar rechts’. ‘Jeetje, wat dóm van mij’, moeder krijgt het maar net uit haar strot. ‘Jij zegt ook niets!’, sneert zij naar haar echtgenoot.
Vader schrikt op uit zijn overpeinzingen. ‘Ik was net zo oud als jij bij mijn eerste montuurtje, ik weet hoe het is’, zegt hij meelevend. Diederik kijkt hem woedend aan. Hoe zal dit aflopen?
Wij gaan op huis aan. Terwijl de deur langzaam achter mij dichtvalt, doorbreekt Diederik de stilte. ‘Ik vind alles stom, ik wil gewoon een bril die-je- niet- zíet! Snap dat dan!’, roept hij.