Tijdmachine

Zittend achter de computer, probeer ik mij te verdiepen in een krantenbericht uit 1914. Middenin een verhaal over een scheepsongeluk op de Oude Maas, val ik voor de zoveelste keer in slaap. Droom en werkelijkheid vermengen zich.
Het is nog vroeg. Van een afstandje kijk ik naar de reeppont, onderweg van Groote Lindt naar Puttershoek, met aan boord wat boeren en paarden bestemd voor de markt.
Ik hoor het suizen van de wind en de golfslag van het water op de kubbekeien. In de verte verdwijnen de klapperende zeilen van enkele beurtschepen. Een dode zalm dobbert op het water.
Paardenhoeven schrapen nerveus over het ruwhouten dek. Gebries en gesnuif, ogen die wild om zich heen kijken. Het getier van de boeren die met moeite hun handelswaar in bedwang houden. De ruwe werkknuisten stevig om de halsters geklemd.
Een passerend zeilschip schiet rakelings voor de pont langs. Een schrikachtig jong paard krijgt het op de heupen. De eigenaar verliest zijn grip en kan niet voorkomen dat het dier naar achteren stuift. Paniek werkt aanstekelijk, de andere paarden verdringen elkaar.
Een boer dreigt tussen de gespierde paardenlijven in de verdrukking te komen. Geschreeuw, gevloek, commando’s en radeloos gehinnik vult de lucht. De pont raakt uit balans. En daar gaat zij… alle pogingen ten spijt maakt ze slagzij… … de paarden en hun begeleiders belanden in het water.
Wat volgt is een woeste worsteling. Mens en dier proberen zich in doodsangst het vege lijf te redden.
Ik wil 112 bellen, echter ik krijg de goede cijfercombinatie niet te pakken. Keer op keer tik ik verkeerd. Waar blijft de waterpolitie? Ik weet dat ik in een andere tijdspanne leef, maar kan mezelf daar met geen mogelijkheid uit losmaken. Ik voel mij machteloos, gevangen in een huiveringwekkende tijdmachine.
Ondertussen komt een reddingsoperatie op gang. De boeren worden opgepikt door passerende schepen. Zij zijn er goed afgekomen. De meeste paarden weten zwemmend de oever te bereiken. Op één na, hij verdwijnt in de diepte.
Huilend schrik ik wakker. Met kloppend hart kijk ik om me heen. Paard! Waar is dat paard? 112!
Wat een zooi die Tramadol!