De dag nadat...

Het is de dag nadat Enzo ging hemelen. 06.30 uur. Ik hoor gepiep. Enzo, ik stap uit bed om zijn medicijnen klaar te maken. Píepen, hoe kom ik er bij. Hond is weg. Het hoeft niet meer.
Ik loop naar beneden. ‘Even wat uit de kast halen, jongen’, hoor ik mezelf zeggen terwijl ik een theeglas pak. Jongen?
‘Ligt hij nu nóg te slapen?’, denk ik terwijl ik de krant lees. Draai mijn hoofd naar links en zie vervolgens een lege plek. Weg mand, weg koelmatje. Mijn jongen is er niet meer.
Ik sta op van mijn stoel en mompel tegen mezelf; ‘voorzichtig anders stap je op zijn poten’.
Ik ververs het water in de drinkbak op de veranda. Voor wie? Geef James, onze rode je- weet- wel- kater, een kattensnoepje en grijp automatisch naar de beloningsbotjes.
Groenten halen uit de kelder. Let op. Snel de deur achter me sluiten want hij mag niet, zoals laatst, weer een keer van de keldertrap vallen. Wie? O! ja, niemand.
Boodschappenlijst maken. Ik zie mijn hand de woorden: ‘hondenvoer, snack strips, smulbotjes’ opschrijven. Zet daar maar een vette streep door, meid. Maar in de winkel bewegen mijn benen toch richting hondenvoer.
‘Doe je de schuifdeur achter je dicht?’, roep ik tegen manlief als hij de tuin verlaat. ‘Waarom?’, vraagt hij. ‘Anders gaat Enzo…… er vandoor…., nee laat maar’, antwoord ik.
Wat waren onze levens met elkaar verweven. Bij het uitlaten liep hij voorop en keek telkens bezorgd achterom of ik wel volgde. Zoals hij mij geen seconde uit het oog verloor, hield ik hem in de gaten. Als hij piepte, wist hij zeker dat ik erop zou reageren. Als wíj gingen eten, werd zíjn bak gevuld. Vlak voordat ik mijn medicijnen innam, kreeg hij de zijne. Als zijn staart omlaag hing, wist ik dat er iets aan de hand was.
Ik struikel over Lammy, zijn kroel, achtergebleven naast een stoelpoot. Mijn oog valt op het strikje dat Enzo na zijn laatste trimbeurt kreeg van de trimster. Lammy en strik krijgen een ereplekje op de kast.
‘Het zal wel wennen’, denk ik, terwijl ik naar de grote hortensia staar. Op de plek waar hij vaak in de schaduw lag te soezen, is hij begraven. Voor altijd zijn plekje.