De zon schijnt

Voorzichtig verplaats ik mijn nek op de rand van de rieten stoel. Ik hoor het botje aan de achterkant van mijn schedel bijna kreunen. Zo hé, dat is gevoelig. Ik zak wat verder onderuit om de boel te ontlasten.
Hoog in de lucht bromt een sportvliegtuigje. De schrille schreeuw van een kokmeeuw doet het koerende duivenstelletje op de pergola even verstommen. Ze scharrelen luidruchtig tussen de Blauweregen die, voor het derde jaar op rij, maar niet wil bloeien. In de verte trekt een grasmaaier tergend langzaam wat baantjes. De wind ruist door de klimhortensia. Een bromvlieg cirkelt om mijn hoofd. Weg kreng, laat me nou even.
‘t Is allemaal Emma’s schuld, ze speelt vals, altijd!’, schreeuwt een boze meisjesstem. ‘Ik ga naar huis!’ Met klappende slippers rent ze weg. ‘Moet je doen, jij rent altijd weg!’, roept iemand haar na. Een merel overstemt met een trillende riedel de hieruit voortvloeiende discussie.
Er passeert een rammelende fiets, de fietsbel tingelt een beetje. Twee honden gaan tekeer. ‘Foei, stop, ophouden!’, hun bazen blaffen gezellig mee. De buurvrouw telefoneert en informeert naar verhuisdozen, ze zal toch niet… Nee, de boekenkast moet leeg, want de kamer wordt opgeknapt.
Een voordeur slaat dicht. ‘Born, in the USA’. De oude hit van Bruce Springsteen knalt uit de speakers van een auto. Zijn stem lost langzaam op als de auto verder rijdt. Over de Oude Maas waaiert het diepe geluid van een boothoorn. James nestelt zich miauwend onder mijn stoel.
De vettige geur van gebakken eieren wedijvert met ‘Rosa New Dawn’, onze klimroos. Van de naam alleen al word ik heel gelukkig. Een dikke hommel landt op mijn hand. Niet de beste plek om uit te rusten. In een reflex wuif ik hem de wijde wereld in. Hij is er niet van onder de indruk, daar komt hij alweer voorbij.
Tijd voor de fuchsia’s, die meiden hebben dorst. Ik denk opeens aan een liedje. 'De wereld is een bloemtapijt, de buurvrouw is een mooie meid en alles ziet er anders uit als de zon schijnt’. Klopt helemaal. Als ik later in de spiegel kijk, zie ik een knalrood verbrande kop. Tja, dat krijg je als de zon schijnt. Alles en iedereen ziet er direct anders uit!