
Die goeie ouwe
Het had heel wat voeten in aarde voordat Pakjesboot 12, ergens in Nederland, de Dieuwertje Blokkade bereikte. Miljoenen Nederlanders zaten voor de tv. Hoe zal Sint het in het vat gieten om Corona-proef aan te komen?
De NPO overtrof zichzelf. Wat een meesterlijk idee om Paleis Soestdijk in te zetten als residentie voor de Sint. Een intocht met onder in beeld dansende karaoke kruidnoten om ouderwets mee te zingen. Het traditionele defilé à la koningin Juliana waarbij afgevaardigden uit alle provincies Sint begroeten. Sint wuivend op het bordes. De paleistrap vol tekeningen en plaatselijke streekcadeautjes. Sinterkaas uit Alkmaar, Goudse stroopwafels, Bossche bollen uit het Brabantse, Zeeuwse Babbelaars, Twentse krentewegge, tulpen uit Amsterdam. Rode vlag op het dak en een veilig thuiswerkende goedheiligman.
Ik word al een week aangesproken door kleuters die mij vragen aan hun vinger te trekken om vervolgens scheetgeluiden te maken in de ellenboog. Kleuterhumor met dank aan Malle Pietje. De ‘bewegende zak’ uit het Sinterklaasjournaal vormt de inspiratie voor menig kleutertekening. Ik zat al diverse keren in die zak en zag mezelf in allerlei stadia. Van koppoter tot minimalistisch menselijk figuur.
Bij kleindochter van zeven, inmiddels ingewijd in de geheimen van Sinterklaas, viert het geloof momenteel toch weer hoogtij. Niks leuker dan schoencadeautjes of je nu gelooft of niet. Kleinzoon van vier heeft zo zijn twijfels. Sinterklaas is verkleed joh! Niemand draagt die kleren, daar kan iemand toch niet in spelen? Waarschijnlijk heeft hij een aardje naar zijn moeder die, in groep één, enkele klasgenoten van het geloof afhielp.
Het leverde mij toentertijd de woede van een aantal medemoeders op. Kan ik er wat aan doen dat ik een dochter met een ongewoon scherpe blik baarde? Bovendien is ze gezegend met een gezonde portie achterdocht en neemt ze niet alles voor zoete koek aan. Zij ziet van jongs af aan dingen die een ander niet ziet en trekt daaruit haar vlijmscherpe conclusies. Het lichte randje boven Piets kraag, de aanzet van de wenkbrauwen van Sint, een piepklein klapraampje waar Rommelpiet onmogelijk doorheen kan. Reden genoeg om het verhaal nader te bestuderen. Een en een is immers al eeuwenlang twee.
Voorlopig zet kleinzoon gewoon zijn laars want die schoenen? Die heeft ’t ie nodig. logisch toch… En het vullen van zijn laars? Daar heeft hij het volste vertrouwen in, Als Sinterklaas er is, komt alles goed. Dat heeft Sint zelf gezegd. Daar twijfelt hij dan weer niet aan!
De NPO overtrof zichzelf. Wat een meesterlijk idee om Paleis Soestdijk in te zetten als residentie voor de Sint. Een intocht met onder in beeld dansende karaoke kruidnoten om ouderwets mee te zingen. Het traditionele defilé à la koningin Juliana waarbij afgevaardigden uit alle provincies Sint begroeten. Sint wuivend op het bordes. De paleistrap vol tekeningen en plaatselijke streekcadeautjes. Sinterkaas uit Alkmaar, Goudse stroopwafels, Bossche bollen uit het Brabantse, Zeeuwse Babbelaars, Twentse krentewegge, tulpen uit Amsterdam. Rode vlag op het dak en een veilig thuiswerkende goedheiligman.
Ik word al een week aangesproken door kleuters die mij vragen aan hun vinger te trekken om vervolgens scheetgeluiden te maken in de ellenboog. Kleuterhumor met dank aan Malle Pietje. De ‘bewegende zak’ uit het Sinterklaasjournaal vormt de inspiratie voor menig kleutertekening. Ik zat al diverse keren in die zak en zag mezelf in allerlei stadia. Van koppoter tot minimalistisch menselijk figuur.
Bij kleindochter van zeven, inmiddels ingewijd in de geheimen van Sinterklaas, viert het geloof momenteel toch weer hoogtij. Niks leuker dan schoencadeautjes of je nu gelooft of niet. Kleinzoon van vier heeft zo zijn twijfels. Sinterklaas is verkleed joh! Niemand draagt die kleren, daar kan iemand toch niet in spelen? Waarschijnlijk heeft hij een aardje naar zijn moeder die, in groep één, enkele klasgenoten van het geloof afhielp.
Het leverde mij toentertijd de woede van een aantal medemoeders op. Kan ik er wat aan doen dat ik een dochter met een ongewoon scherpe blik baarde? Bovendien is ze gezegend met een gezonde portie achterdocht en neemt ze niet alles voor zoete koek aan. Zij ziet van jongs af aan dingen die een ander niet ziet en trekt daaruit haar vlijmscherpe conclusies. Het lichte randje boven Piets kraag, de aanzet van de wenkbrauwen van Sint, een piepklein klapraampje waar Rommelpiet onmogelijk doorheen kan. Reden genoeg om het verhaal nader te bestuderen. Een en een is immers al eeuwenlang twee.
Voorlopig zet kleinzoon gewoon zijn laars want die schoenen? Die heeft ’t ie nodig. logisch toch… En het vullen van zijn laars? Daar heeft hij het volste vertrouwen in, Als Sinterklaas er is, komt alles goed. Dat heeft Sint zelf gezegd. Daar twijfelt hij dan weer niet aan!