
Geen idee
Tijdens een kastopruiming komen wat oude fotoalbums tevoorschijn. Ik duik erin en zie mezelf veranderen van baby, in peuter, in kleuter, in schoolmeisje, student, bruid, moeder en oma.
Talloze foto’s passeren de revue. Van roeien op de Binnenmaas, mijn vaders’ werkplaats, mijn babybroertje. Strandvakanties, mijn eerste zonnebril, kroelend met de poes. Op de schommel tijdens het schoolkamp. IJsjes etend, verjaardagsfeestjes, Sinterklaasavond, tussen de lupines in oma’s tuintje. Hangend aan de bar, stoeiend met mijn verkering. De foto’s vormen het verhaal van mijn leven.
Ik stuit op een folder van het slakkenhuis, een kunst/speelobject, op het schoolplein van onze school. Wij noemden het slakkenhuis al snel ‘de schelp’. De school dankt er haar naam aan.
Mijn kleinzoon is gefascineerd door het feit dat, ook ik op deze school zat en er nu zelfs werk. En dat ik als elfjarige dagelijks dezelfde ‘schelp’ zag, net zoals hij nu. Al had hij toen een grauwe betonkleur, tegenwoordig is hij helder blauw. ‘Heb jij daar écht in gespeeld. Oma?!’ ‘Is de schelp al vierenvijftig jaar oud?’ ‘Ja ja, het is eigenlijk een kunstwerk. Ik herinner me precies hoe hij gebouwd werd door kunstenaar Henri van Nes. Eerst maakte hij de basisvorm van staaldraad en betonvlechtsel. Daarna werd de vorm aangesmeerd en met beton bekleed. Tijdens het speelkwartier keken wij nieuwsgierig toe. Jammer genoeg mocht ik er al snel niet meer in van mijn moeder want de ruwe afwerking veroorzaakte nogal wat schade aan kleding en schoenen’.
Ik schiet in de lach, want opeens zie ik de huidige generatie, over zo’n vijftig jaar, hun oude foto’s bekijken. Zie hoe zij honderden foto’s uit de Cloud plukken om aan de kleinkinderen laten zien. Welke verhalen zitten er achter die foto’s? Zouden zij iets te vertellen hebben?
‘Dit is een foto van mijn ontbijt, granola of zoiets’. ‘Was het lekker oma?’ ‘Geen idee’.
‘Kijk, een screenshot van een paar laarzen, die ik bijna kocht…’ ‘Oma, waarom kocht u ze niet?’ ‘Geen idee’.
‘ Huh, een reanimatiemelding?’ ‘Wie er dood ging? Geen idee’.
‘Oh, kijk nou. Een selfie van oma in een pashokje’ En- nog- twin-tig…’ ‘Waarom zoveel oma?’ ‘Geen idee’.
‘Een weersgrafiek. Code rood door harde windstoten’. ‘Waaide het erg hard?’ ‘Geen idee’.
‘Een vliegtuigraam. ‘Waar ik naar toe ging? Geen idee’
Na zo’n vierhonderd selfies van oma voor een boom, achter een boom, naast dezelfde boom en onder de boom, haakt het kleinkind af. Waarom? Géén idee!
Talloze foto’s passeren de revue. Van roeien op de Binnenmaas, mijn vaders’ werkplaats, mijn babybroertje. Strandvakanties, mijn eerste zonnebril, kroelend met de poes. Op de schommel tijdens het schoolkamp. IJsjes etend, verjaardagsfeestjes, Sinterklaasavond, tussen de lupines in oma’s tuintje. Hangend aan de bar, stoeiend met mijn verkering. De foto’s vormen het verhaal van mijn leven.
Ik stuit op een folder van het slakkenhuis, een kunst/speelobject, op het schoolplein van onze school. Wij noemden het slakkenhuis al snel ‘de schelp’. De school dankt er haar naam aan.
Mijn kleinzoon is gefascineerd door het feit dat, ook ik op deze school zat en er nu zelfs werk. En dat ik als elfjarige dagelijks dezelfde ‘schelp’ zag, net zoals hij nu. Al had hij toen een grauwe betonkleur, tegenwoordig is hij helder blauw. ‘Heb jij daar écht in gespeeld. Oma?!’ ‘Is de schelp al vierenvijftig jaar oud?’ ‘Ja ja, het is eigenlijk een kunstwerk. Ik herinner me precies hoe hij gebouwd werd door kunstenaar Henri van Nes. Eerst maakte hij de basisvorm van staaldraad en betonvlechtsel. Daarna werd de vorm aangesmeerd en met beton bekleed. Tijdens het speelkwartier keken wij nieuwsgierig toe. Jammer genoeg mocht ik er al snel niet meer in van mijn moeder want de ruwe afwerking veroorzaakte nogal wat schade aan kleding en schoenen’.
Ik schiet in de lach, want opeens zie ik de huidige generatie, over zo’n vijftig jaar, hun oude foto’s bekijken. Zie hoe zij honderden foto’s uit de Cloud plukken om aan de kleinkinderen laten zien. Welke verhalen zitten er achter die foto’s? Zouden zij iets te vertellen hebben?
‘Dit is een foto van mijn ontbijt, granola of zoiets’. ‘Was het lekker oma?’ ‘Geen idee’.
‘Kijk, een screenshot van een paar laarzen, die ik bijna kocht…’ ‘Oma, waarom kocht u ze niet?’ ‘Geen idee’.
‘ Huh, een reanimatiemelding?’ ‘Wie er dood ging? Geen idee’.
‘Oh, kijk nou. Een selfie van oma in een pashokje’ En- nog- twin-tig…’ ‘Waarom zoveel oma?’ ‘Geen idee’.
‘Een weersgrafiek. Code rood door harde windstoten’. ‘Waaide het erg hard?’ ‘Geen idee’.
‘Een vliegtuigraam. ‘Waar ik naar toe ging? Geen idee’
Na zo’n vierhonderd selfies van oma voor een boom, achter een boom, naast dezelfde boom en onder de boom, haakt het kleinkind af. Waarom? Géén idee!