
Hoe maak je de dood bespreekbaar in het gezin
Het overlijden van een dierbare is een ingrijpende gebeurtenis, voor volwassenen, maar zeker ook voor kinderen. Een grafsteen kopen markeert niet alleen het fysieke afscheid, maar symboliseert ook een blijvende herinnering aan iemand die gemist wordt.
Toch wordt er in veel gezinnen nauwelijks gepraat over dood en rouw, uit angst om het verdriet opnieuw aan te wakkeren of om kinderen te beschermen tegen pijn. Maar juist die stilte kan verwarrend en beangstigend zijn voor jonge kinderen.
In dit artikel lees je hoe je het overlijden op een open, eerlijke en kindvriendelijke manier bespreekbaar maakt binnen het gezin, zodat je samen kunt rouwen en helen.
Praat openlijk over de dood
De rouwverwerking van een kind hangt af van jouw eerlijkheid en openheid over de dood die hij of zij heeft meegemaakt. Je hebt misschien het gevoel dat je hem of haar helpt de dood te vergeten en niet herinnerd wordt aan de pijn die het met zich meebrengt als je stil bent en er niet over praat. Toch helpt dit soort bescherming niet lang.
Natuurlijk bedoel je het goed, maar door niet over de dood te praten, die iedereen het meest bezighoudt, zorg je er alleen maar voor dat hij of zij zich verward en alleen voelt in zijn of haar verdriet. Het kan er zelfs voor zorgen dat hij of zij zich angstiger voelt, dus neem je kind bijvoorbeeld ook mee naar de grafstenen van zijn grootouders.
Gebruik eenvoudige taal
Gebruik eenvoudige, concrete taal in gesprekken met kinderen. Tot ze tieners zijn, zijn kinderen nogal letterlijk. Probeer geen abstracte of complexe beschrijvingen van de dood te gebruiken. Het is oké om woorden als sterven en overlijden te gebruiken.
Leg de dood op een eenvoudige manier uit, zonder metaforen of analogieën zoals "een lange slaap nemen", "ons verlaten" of "op een betere plek". Sta open om de dood en zijn gedachten en gevoelens erover steeds opnieuw te bespreken. Dat komt omdat genezing een proces is, geen gebeurtenis.
Wees eerlijk en direct
Beantwoord vragen eenvoudig en direct. Volwassenen denken misschien dat ze alles moeten uitleggen, maar jonge kinderen nemen vaak genoegen met een eerlijk, kort antwoord. De eerste twee zinnen van deze uitleg zijn bijvoorbeeld voldoende: "Ik vind het triest dat opa is overleden.
Wat vind jij ervan? Toch heeft opa een lang en gelukkig leven gehad. Sommige mensen zijn niet klaar om te sterven omdat ze niet genoeg hebben gedaan, maar opa heeft zoveel gedaan. Wist je dat hij in de Tweede Wereldoorlog heeft gevochten? Hoe dan ook, hij was gezegend met zoveel. Veel meer dan de meeste mensen, dus in zekere zin denk ik dat hij klaar was om te sterven..."
Vermijd eufemismen
Bijvoorbeeld zeggen dat een overledene "slaapt", misleidt een kind niet alleen, maar kan er ook toe leiden dat ze denkt dat de overledene weer "wakker" kan worden. Of als je zegt: "Het was Gods wil", kan ze boos worden op God omdat Hij haar moeder, zus of vriendin van haar heeft afgenomen.
Of ze kan denken dat God haar straft. Bedenk dat jonge kinderen dingen letterlijk nemen, dus zulke abstracties zijn vaak verwarrend. Houd er ook rekening mee dat kinderen kunnen omgaan met wat ze weten. Ze kunnen niet omgaan met wat ze niet weten of waartegen ze "beschermd" zijn.
Toch wordt er in veel gezinnen nauwelijks gepraat over dood en rouw, uit angst om het verdriet opnieuw aan te wakkeren of om kinderen te beschermen tegen pijn. Maar juist die stilte kan verwarrend en beangstigend zijn voor jonge kinderen.
In dit artikel lees je hoe je het overlijden op een open, eerlijke en kindvriendelijke manier bespreekbaar maakt binnen het gezin, zodat je samen kunt rouwen en helen.
Praat openlijk over de dood
De rouwverwerking van een kind hangt af van jouw eerlijkheid en openheid over de dood die hij of zij heeft meegemaakt. Je hebt misschien het gevoel dat je hem of haar helpt de dood te vergeten en niet herinnerd wordt aan de pijn die het met zich meebrengt als je stil bent en er niet over praat. Toch helpt dit soort bescherming niet lang.
Natuurlijk bedoel je het goed, maar door niet over de dood te praten, die iedereen het meest bezighoudt, zorg je er alleen maar voor dat hij of zij zich verward en alleen voelt in zijn of haar verdriet. Het kan er zelfs voor zorgen dat hij of zij zich angstiger voelt, dus neem je kind bijvoorbeeld ook mee naar de grafstenen van zijn grootouders.
Gebruik eenvoudige taal
Gebruik eenvoudige, concrete taal in gesprekken met kinderen. Tot ze tieners zijn, zijn kinderen nogal letterlijk. Probeer geen abstracte of complexe beschrijvingen van de dood te gebruiken. Het is oké om woorden als sterven en overlijden te gebruiken.
Leg de dood op een eenvoudige manier uit, zonder metaforen of analogieën zoals "een lange slaap nemen", "ons verlaten" of "op een betere plek". Sta open om de dood en zijn gedachten en gevoelens erover steeds opnieuw te bespreken. Dat komt omdat genezing een proces is, geen gebeurtenis.
Wees eerlijk en direct
Beantwoord vragen eenvoudig en direct. Volwassenen denken misschien dat ze alles moeten uitleggen, maar jonge kinderen nemen vaak genoegen met een eerlijk, kort antwoord. De eerste twee zinnen van deze uitleg zijn bijvoorbeeld voldoende: "Ik vind het triest dat opa is overleden.
Wat vind jij ervan? Toch heeft opa een lang en gelukkig leven gehad. Sommige mensen zijn niet klaar om te sterven omdat ze niet genoeg hebben gedaan, maar opa heeft zoveel gedaan. Wist je dat hij in de Tweede Wereldoorlog heeft gevochten? Hoe dan ook, hij was gezegend met zoveel. Veel meer dan de meeste mensen, dus in zekere zin denk ik dat hij klaar was om te sterven..."
Vermijd eufemismen
Bijvoorbeeld zeggen dat een overledene "slaapt", misleidt een kind niet alleen, maar kan er ook toe leiden dat ze denkt dat de overledene weer "wakker" kan worden. Of als je zegt: "Het was Gods wil", kan ze boos worden op God omdat Hij haar moeder, zus of vriendin van haar heeft afgenomen.
Of ze kan denken dat God haar straft. Bedenk dat jonge kinderen dingen letterlijk nemen, dus zulke abstracties zijn vaak verwarrend. Houd er ook rekening mee dat kinderen kunnen omgaan met wat ze weten. Ze kunnen niet omgaan met wat ze niet weten of waartegen ze "beschermd" zijn.