
Kers
Het geroezemoes van de hogesnelheidstrein verstoort de stilte. Als een lichtflits sprint hij door het landschap. Een witte koereiger vliegt verschrikt weg. Zijn witte veren lichten fel op tegen de donkerbruine aarde van de akker waarin hij stond te dromen. Een mannetjesfazant neemt snel de benen en duikt onder een struik. Zijn glanzende staartveer verraadt zijn schuilplaats.
De schapen grazen stoïcijns door en genieten van een heerlijke maaltijd. Een enkeling ligt in zijn dikke wollen winterjas te pitten tussen de honderden verse molshopen. Al snel keert de rust weer.
De wind speelt met het ragfijne draadjespatroon van een verteerde bloem. Het tapijt van sneeuwklokjes aan de voet van een wilg wiegt vrolijk mee.
De winter heeft zijn sporen achtergelaten in het asfalt. Tussen de diepe scheuren groeit donkergroen mos bedekt met minuscule dauwdruppeltjes. Aan de overkant van de sloot, in het Zuiddiep bosje, vormen honderden groen- paars- beige- en bruintinten een kleurige muur van begroeiing. De opstartende braamstruiken spelen een prominente rol. Ze overwoekeren gretig de uitgebloeide grassen en hun collega struiken. Irritante stekelige druktemakers.
We naderen Polder Groot Koninkrijk. Een Drentse patrijs springt uit de struiken en huppelt ons tegemoet. Zonder met zijn ogen te knipperen, staart hij ons aan. Zijn baas maant hem tot actie. ‘Kom op, joh!’ Een eindje verderop ploft de hond in het gras om zijn staart van een takje te ontdoen. Het kost hem de nodige moeite en frustratie, maar het lukt. Opgelucht rent hij zijn baas achterna.
Op de terugweg overstemt een vlucht gakkende ganzen het geluid van de traumahelikopter die boven de Oude Maas hangt. De felgeel bloeiende proppen van een verdwaalde els schreeuwen om aandacht; ‘Kijk ons eens mooi zijn!’ Op een hefboom langs de kant van de weg, schreef iemand de dringende boodschap: ‘Jeshua zei, ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Johannes 14: 6’. Best toepasselijk gezien de naam van de polder. Ach, deze illegale graffiti is de dader waarschijnlijk al lang vergeven.
Een futenstel dobbert intussen traag op de golfslag van Het Lorregat. Het mannetje maakt zijn liefje het hof. Hij heeft blijkbaar de lente al in de kop. De bewolkte hemel trekt open. De zon breekt door en zet molen ‘De Lelie’ in prachtig tegenlicht.
Een luchtig, fraai getekend veertje in de berm, is voor mij de kers op de taart van deze zondagse wandeling. Het zijn vaak de kleine dingen die het doen.
De schapen grazen stoïcijns door en genieten van een heerlijke maaltijd. Een enkeling ligt in zijn dikke wollen winterjas te pitten tussen de honderden verse molshopen. Al snel keert de rust weer.
De wind speelt met het ragfijne draadjespatroon van een verteerde bloem. Het tapijt van sneeuwklokjes aan de voet van een wilg wiegt vrolijk mee.
De winter heeft zijn sporen achtergelaten in het asfalt. Tussen de diepe scheuren groeit donkergroen mos bedekt met minuscule dauwdruppeltjes. Aan de overkant van de sloot, in het Zuiddiep bosje, vormen honderden groen- paars- beige- en bruintinten een kleurige muur van begroeiing. De opstartende braamstruiken spelen een prominente rol. Ze overwoekeren gretig de uitgebloeide grassen en hun collega struiken. Irritante stekelige druktemakers.
We naderen Polder Groot Koninkrijk. Een Drentse patrijs springt uit de struiken en huppelt ons tegemoet. Zonder met zijn ogen te knipperen, staart hij ons aan. Zijn baas maant hem tot actie. ‘Kom op, joh!’ Een eindje verderop ploft de hond in het gras om zijn staart van een takje te ontdoen. Het kost hem de nodige moeite en frustratie, maar het lukt. Opgelucht rent hij zijn baas achterna.
Op de terugweg overstemt een vlucht gakkende ganzen het geluid van de traumahelikopter die boven de Oude Maas hangt. De felgeel bloeiende proppen van een verdwaalde els schreeuwen om aandacht; ‘Kijk ons eens mooi zijn!’ Op een hefboom langs de kant van de weg, schreef iemand de dringende boodschap: ‘Jeshua zei, ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Johannes 14: 6’. Best toepasselijk gezien de naam van de polder. Ach, deze illegale graffiti is de dader waarschijnlijk al lang vergeven.
Een futenstel dobbert intussen traag op de golfslag van Het Lorregat. Het mannetje maakt zijn liefje het hof. Hij heeft blijkbaar de lente al in de kop. De bewolkte hemel trekt open. De zon breekt door en zet molen ‘De Lelie’ in prachtig tegenlicht.
Een luchtig, fraai getekend veertje in de berm, is voor mij de kers op de taart van deze zondagse wandeling. Het zijn vaak de kleine dingen die het doen.