Klapperende kunstgebitten

Mijn man had een ander probleem. Als zijn moeder in het weekend het porseleinen servies uit de kast haalde, werd hij wit om de neus en maakte hij zich snel uit de voeten. Het gekras van bestek over het handgeschilderde bloemetjespatroon benam hem elke vorm van eetlust. Hij kreeg daarom als enige gezinslid zijn doordeweekse bord toegeschoven.
En wie herinnert zich niet het geluid van een vingernagel over het inmiddels préhistorische schoolbord? Lang leve het digibord!
Er is een woord voor. Misofonie. Laatst schreef ik over de Ig Nobelprijs. Deze schertsprijs werd dit jaar gewonnen door enkele wetenschappers die onderzoek deden naar misofonie; een zwaar onderschatte aandoening. Zij beperkten zich in hun ‘smak-onderzoek’ tot menselijke geluiden die anderen dusdanig hinderen dat ze moeite hebben om hun woede en walging te onderdrukken. ‘Misofonie- lijders’ missen waarschijnlijk een soort filter voor geluiden, waardoor ze zeer heftig kunnen reageren op bijvoorbeeld smakken, slikken, slurpen en kuchen.
Net als ieder onderzoek dat voor een Ig Nobelprijs genomineerd wordt, valt dit onderzoek tussen humor en ernst. Natuurlijk is het grappig als een persoon zegt dat hij woedend wordt wanneer iemand luidruchtig een pepermunt doorbijt of na het eten met zijn tong uitgebreid de tanden reinigt. Toch zijn er mensen die dusdanige klachten hebben dat ze hierdoor belemmerd worden in hun dagelijks leven.
Helaas is er (nog) geen precieze oorzaak gevonden voor deze aandoening en kibbelen wetenschappers over het feit of het écht een stoornis dan wel gewoon irritatie is.
In mijn geval is het pure irritatie. Ik heb gelukkig geen neiging om iemand met een klapperend ondergebit op zijn neus te meppen of verbaal uit mijn stekker te gaan.
En wat rochelen betreft. Jaren geleden waren we in China waar ze het slurpen, smakken, boeren en rochelen tot kunst hebben verheven. Kwestie van cultuur. Na een week was ik volledig ingeburgerd en rochelde gezellig mee. Niemand die ervan opkeek. Maar met de openbare hurktoiletten ter plekke is het nooit goed gekomen. Dat dan weer niet.