Kom op meid!
Dagpauwoog, onze recent ontwaakte gevleugelde huisgenoot zit nog steeds lekker binnen. Ze maakt vooralsnog geen aanstalten om uit te vliegen. Achter de bloempot van mijn stokoude cyclaam ‘Pietje’, zit zij verdekt opgesteld heerlijk te dutten. Af en toe neemt ze een kijkje op het aanrecht of zit een poosje op haar gemak te chillen op de antieke keukenrasp.
Ik snap het helemaal. Het is momenteel écht geen weer om de wijde wereld in te trekken. Veel te koud voor de tijd van het jaar, iedereen loopt te koukleumen en geen enkele vlinder die zich dezer dagen al laat zien. Op haar leeftijd hoef je jezelf niet meer te bewijzen, die primeur laat ze vast graag over aan een ander.
Ik betrap mezelf erop dat ik regelmatig tegen haar loop te kletsen. Vanochtend fladderde zij met haar gerafelde vleugels langs de vensterbank. ‘Rustig aan, kijk uit, bezeer je niet. Je bent zo fragiel, een ongeluk zit in een klein hoekje’. ‘Kijk de zon schijnt. Het is heerlijk buiten, de deur staat open. Nog steeds geen zin om naar buiten te gaan?’ Ik ben benieuwd wat zij vindt van zo’n vreemd mens dat zelfs tegen vlinders praat. ‘Iedere gek heeft zijn gebrek hoor meid’, hoor ik mezelf geruststellend zeggen.
Ze zal inmiddels toch wel hongerig zijn? Al maanden niets gegeten en als vlinder kan je niet eeuwig blijven teren op je opgeslagen voorraden. ’t Is een slimmerd. Ze beweegt zo weinig mogelijk en zit nog volop in de energiebesparende modus. Maar hoelang kan zij dit volhouden? Ik maak me inmiddels een beetje zorgen.
Ja, voordat u massaal gaat reageren… Ik wéét dat vlinders die in huis overwinteren beter af zijn in de buitenlucht. Helaas is dit een exemplaar dat zich niet buiten líet zetten. Een eigenwijze tuttebel die besloot illegaal onder te duiken. Toch is het voor haar hoog tijd om te vertrekken, anders wordt het haar dood. Ik voel me ongewoon verantwoordelijk voor haar lot.
Dilemma. Ik zal er eens een nachtje over slapen en morgen een ernstig exitgesprek aangaan. In het uiterste geval zal ik genoodzaakt zijn haar resoluut de deur te wijzen. ‘k Ben alleen bang dat ik haar vleugels nog meer zal beschadigen en dat zijn juist de onderdelen die zij zo hard nodig heeft.
Zucht. Zijn mijn kinderen eindelijk het huis uit en dan maak ik mij weer druk om een aangewaaide dagpauwoog.
Ik snap het helemaal. Het is momenteel écht geen weer om de wijde wereld in te trekken. Veel te koud voor de tijd van het jaar, iedereen loopt te koukleumen en geen enkele vlinder die zich dezer dagen al laat zien. Op haar leeftijd hoef je jezelf niet meer te bewijzen, die primeur laat ze vast graag over aan een ander.
Ik betrap mezelf erop dat ik regelmatig tegen haar loop te kletsen. Vanochtend fladderde zij met haar gerafelde vleugels langs de vensterbank. ‘Rustig aan, kijk uit, bezeer je niet. Je bent zo fragiel, een ongeluk zit in een klein hoekje’. ‘Kijk de zon schijnt. Het is heerlijk buiten, de deur staat open. Nog steeds geen zin om naar buiten te gaan?’ Ik ben benieuwd wat zij vindt van zo’n vreemd mens dat zelfs tegen vlinders praat. ‘Iedere gek heeft zijn gebrek hoor meid’, hoor ik mezelf geruststellend zeggen.
Ze zal inmiddels toch wel hongerig zijn? Al maanden niets gegeten en als vlinder kan je niet eeuwig blijven teren op je opgeslagen voorraden. ’t Is een slimmerd. Ze beweegt zo weinig mogelijk en zit nog volop in de energiebesparende modus. Maar hoelang kan zij dit volhouden? Ik maak me inmiddels een beetje zorgen.
Ja, voordat u massaal gaat reageren… Ik wéét dat vlinders die in huis overwinteren beter af zijn in de buitenlucht. Helaas is dit een exemplaar dat zich niet buiten líet zetten. Een eigenwijze tuttebel die besloot illegaal onder te duiken. Toch is het voor haar hoog tijd om te vertrekken, anders wordt het haar dood. Ik voel me ongewoon verantwoordelijk voor haar lot.
Dilemma. Ik zal er eens een nachtje over slapen en morgen een ernstig exitgesprek aangaan. In het uiterste geval zal ik genoodzaakt zijn haar resoluut de deur te wijzen. ‘k Ben alleen bang dat ik haar vleugels nog meer zal beschadigen en dat zijn juist de onderdelen die zij zo hard nodig heeft.
Zucht. Zijn mijn kinderen eindelijk het huis uit en dan maak ik mij weer druk om een aangewaaide dagpauwoog.