
Kuiten, voeten en tenen
Het is druk maar stil in de wachtkamer van de huisarts. De stilte wordt regelmatig doorbroken. Pingeltjes. Negen van de tien wachtenden graait abrupt in broekzak of tas.
Waar is mijn telefoon? ‘Ze’ hebben mij nodig… Een meneer met ingezwachtelde kuit is recordhouder met inmiddels zeven pingeltjes binnen het kwartier. Hij zucht ervan.
Tussen de gang met bijbehorende balie en de wachtkamer zit een glazen wand. Deze wand is, in het kader van de privacy, halverwege beplakt met een baan folie. Ik vermaak me met het bekijken van anoniem passerende benen. Een wachtend mens moet toch wát.
Ik zie dikke kuiten, dunne kuiten, blote kuiten. Kuiten met en zonder spataderen. Kuiten gestoken in panty’s, strakke broeken, wijde broeken, trainingsbroeken.
En dan die enkels… opgezwollen enkels, een enkele enkel met een zilveren enkelbandje, een schilferige net-uit-het-gips-enkelen een enkel met een indrukwekkende getatoeëerde vogelspin.
Blote voeten met tenen in alle soorten en maten. Jubeltenen, keurig gepedicuurde teennagels voorzien van een gellakje maar ook teennagels waarvan de nagellak een bladderend bestaan lijdt. Hé, daar zie ik een teenring. Da’s een zeldzaamheid!
Schoeisel is ook interessant. De bezoekers van deze praktijkblinken niet uit in modieuze voetbedekking. Ik zie hoofdzakelijk functionele stappers. De geijkte fantasieloze gezondheidssandalen, grauwe wandelschoenen van de ANWB en saaie sneakers. Zwarte sokken in gezondheidssandalen en hoog opgetrokken witte sokken in bruine loafers onder een bermuda vormen het absolute dieptepunt.
Inmiddels herken ik ook het schoeisel van de medische staf die de wachtenden in de wachtkamer uit hun lijden verlost. De hoge-bloeddruk-mevrouw draagt sneakers, een van de artsen draagt sleehaksandalen, de uitstrijkjes- mevrouw draagt witte gympen, de arts in opleiding draagt korte laarsjes.
Ik begin lol te krijgen in mijn observaties. Kijk, die voeten zijn vast van een oude dame. Aarzelend schuifelt ze voort richting de uitgang. En dát is een brutaaltje. De roze afgetrapte sandaaltjes piepen tussen de voor de balie wachtenden door naar het discreet afgesloten kastje voor de urinepotjes. Nou, zo anoniem ben je nu ook weer niet als iedereen je gevulde potje ziet…
Ik probeer te raden van wie de onderdanen zijn. Soms stappen de bezitters de wachtkamer binnen en volgt de ontknoping. Ik zit er structureel ver naast. De zwarte werkschoenen blijken niet van een bouwvakker maar van een politieagente. De goudkleurige ballerina’s van een dame op leeftijd en niet van een tienermeisje.
Hé, daar komen de sleehakken weer aan. Ik ben ein-de-lijk aan de beurt!
Waar is mijn telefoon? ‘Ze’ hebben mij nodig… Een meneer met ingezwachtelde kuit is recordhouder met inmiddels zeven pingeltjes binnen het kwartier. Hij zucht ervan.
Tussen de gang met bijbehorende balie en de wachtkamer zit een glazen wand. Deze wand is, in het kader van de privacy, halverwege beplakt met een baan folie. Ik vermaak me met het bekijken van anoniem passerende benen. Een wachtend mens moet toch wát.
Ik zie dikke kuiten, dunne kuiten, blote kuiten. Kuiten met en zonder spataderen. Kuiten gestoken in panty’s, strakke broeken, wijde broeken, trainingsbroeken.
En dan die enkels… opgezwollen enkels, een enkele enkel met een zilveren enkelbandje, een schilferige net-uit-het-gips-enkelen een enkel met een indrukwekkende getatoeëerde vogelspin.
Blote voeten met tenen in alle soorten en maten. Jubeltenen, keurig gepedicuurde teennagels voorzien van een gellakje maar ook teennagels waarvan de nagellak een bladderend bestaan lijdt. Hé, daar zie ik een teenring. Da’s een zeldzaamheid!
Schoeisel is ook interessant. De bezoekers van deze praktijkblinken niet uit in modieuze voetbedekking. Ik zie hoofdzakelijk functionele stappers. De geijkte fantasieloze gezondheidssandalen, grauwe wandelschoenen van de ANWB en saaie sneakers. Zwarte sokken in gezondheidssandalen en hoog opgetrokken witte sokken in bruine loafers onder een bermuda vormen het absolute dieptepunt.
Inmiddels herken ik ook het schoeisel van de medische staf die de wachtenden in de wachtkamer uit hun lijden verlost. De hoge-bloeddruk-mevrouw draagt sneakers, een van de artsen draagt sleehaksandalen, de uitstrijkjes- mevrouw draagt witte gympen, de arts in opleiding draagt korte laarsjes.
Ik begin lol te krijgen in mijn observaties. Kijk, die voeten zijn vast van een oude dame. Aarzelend schuifelt ze voort richting de uitgang. En dát is een brutaaltje. De roze afgetrapte sandaaltjes piepen tussen de voor de balie wachtenden door naar het discreet afgesloten kastje voor de urinepotjes. Nou, zo anoniem ben je nu ook weer niet als iedereen je gevulde potje ziet…
Ik probeer te raden van wie de onderdanen zijn. Soms stappen de bezitters de wachtkamer binnen en volgt de ontknoping. Ik zit er structureel ver naast. De zwarte werkschoenen blijken niet van een bouwvakker maar van een politieagente. De goudkleurige ballerina’s van een dame op leeftijd en niet van een tienermeisje.
Hé, daar komen de sleehakken weer aan. Ik ben ein-de-lijk aan de beurt!