Liefde met een hoofdletter
Ik ben op de Spoedeisende Hulp van een dierenkliniek. Onze oude, langharige viervoeter is behoorlijk ziek.
Terwijl hij lamlendig aan mijn voeten ligt, kijk ik om me heen in de verder verlaten wachtruimte. Het is stil in de kliniek.
In de verte hoor ik klaaglijk miauwen. Vanuit een behandelkamer om de hoek klinkt de zware onrustige ademhaling van een hond. Het beest heeft het benauwd en niet zo’n beetje ook.
Hij wordt sussend en kalmerend toegesproken door zijn baasje. Zelfs fluisteren klinkt als een klok in deze doodstille ruimte en ik realiseer me dat ik getuige ben van een euthanasieproces. Oei, dat komt binnen.
Ik word getroffen door het verdriet van de eigenaar en bewonder tegelijkertijd het empathisch vermogen van de dierenarts. Onwillekeurig glijdt mijn blik naar onze eigen zieke.
Vol vertrouwen kijkt hij me aan. Onwetend welke diagnose zijn lot zal zijn, veeg ik met mijn mondkapje een traan uit mijn ooghoek.
Terwijl het baasje van de inmiddels overleden hond snikkend de kliniek verlaat, dwalen mijn gedachten af naar een ontroerend gesprek dat ik ooit voerde met een vijfjarige.
Het was dierendag en ik vroeg of hij ook huisdieren had. 'Ja, een hond en een konijn'. 'Wat leuk', zei ik. ' Nou eigenlijk niet', antwoorde hij. 'Hoezo’, vroeg ik.
‘Ik hou veel van ze en dat is leuk en niet leuk', zei hij. 'Wat bedoel je?', was mijn vraag. 'Levend zijn ze leuk, maar als ze doodgaan heb je verdriet en dat wil ik niet', stelde hij heel zwart-wit.
Ik wilde hem vertellen dat huisdieren er altijd voor je zijn. Dat ze je opzoeken en troosten als je verdrietig bent.
Dat ze onvoorwaardelijk trouw zijn als je goed voor ze bent. Dat ze je altijd vol blijdschap begroeten. Dat ze je het gevoel geven dat je ertoe doet en goed bent zoals je bent.
Dat het niet erg is om verdrietig te zijn omdat ook dát, naast blijdschap en vreugde, bij het leven hoort. Dat er na het scherpste verdriet altijd nieuw geluk komt.
Echter er was geen speld tussen te krijgen. Zwart en wit waren bij hem nog niet aan vermenging toe. Gelukkig krijgen relativerende grijstinten door de nodige levenservaring meestal vanzelf vorm.
De oude heer blijft nog even onder ons. Langzaam knapt hij op. En ik? Ik trek voor de zoveelste keer de conclusie dat Liefde, met een hoofdletter, uiteindelijk het enige is dat blijft én telt.
Terwijl hij lamlendig aan mijn voeten ligt, kijk ik om me heen in de verder verlaten wachtruimte. Het is stil in de kliniek.
In de verte hoor ik klaaglijk miauwen. Vanuit een behandelkamer om de hoek klinkt de zware onrustige ademhaling van een hond. Het beest heeft het benauwd en niet zo’n beetje ook.
Hij wordt sussend en kalmerend toegesproken door zijn baasje. Zelfs fluisteren klinkt als een klok in deze doodstille ruimte en ik realiseer me dat ik getuige ben van een euthanasieproces. Oei, dat komt binnen.
Ik word getroffen door het verdriet van de eigenaar en bewonder tegelijkertijd het empathisch vermogen van de dierenarts. Onwillekeurig glijdt mijn blik naar onze eigen zieke.
Vol vertrouwen kijkt hij me aan. Onwetend welke diagnose zijn lot zal zijn, veeg ik met mijn mondkapje een traan uit mijn ooghoek.
Terwijl het baasje van de inmiddels overleden hond snikkend de kliniek verlaat, dwalen mijn gedachten af naar een ontroerend gesprek dat ik ooit voerde met een vijfjarige.
Het was dierendag en ik vroeg of hij ook huisdieren had. 'Ja, een hond en een konijn'. 'Wat leuk', zei ik. ' Nou eigenlijk niet', antwoorde hij. 'Hoezo’, vroeg ik.
‘Ik hou veel van ze en dat is leuk en niet leuk', zei hij. 'Wat bedoel je?', was mijn vraag. 'Levend zijn ze leuk, maar als ze doodgaan heb je verdriet en dat wil ik niet', stelde hij heel zwart-wit.
Ik wilde hem vertellen dat huisdieren er altijd voor je zijn. Dat ze je opzoeken en troosten als je verdrietig bent.
Dat ze onvoorwaardelijk trouw zijn als je goed voor ze bent. Dat ze je altijd vol blijdschap begroeten. Dat ze je het gevoel geven dat je ertoe doet en goed bent zoals je bent.
Dat het niet erg is om verdrietig te zijn omdat ook dát, naast blijdschap en vreugde, bij het leven hoort. Dat er na het scherpste verdriet altijd nieuw geluk komt.
Echter er was geen speld tussen te krijgen. Zwart en wit waren bij hem nog niet aan vermenging toe. Gelukkig krijgen relativerende grijstinten door de nodige levenservaring meestal vanzelf vorm.
De oude heer blijft nog even onder ons. Langzaam knapt hij op. En ik? Ik trek voor de zoveelste keer de conclusie dat Liefde, met een hoofdletter, uiteindelijk het enige is dat blijft én telt.