Mensen

Ooit kende ik een man met een hoge positie in het bedrijfsleven. Een kundige keiharde werker. Bovendien een gezellige man om een hapje en een drankje mee te nuttigen. Welbespraakt en amicaal.
Echter hij had ook een duistere kant. Steeds vaker vergde hij het uiterste van zijn personeel, tot in het extreme toe. Persoonlijke omstandigheden werden ondergeschikt aan werk. Alles voor de euro, zijn wil was wet. Hij kon alles, mocht alles, hij was volmaakt en wee degene die hem tegensprak.
Zijn personeel zuchtte jaren onder het juk van zijn verwachtingen. Velen verdwenen van de werkvloer, uitgeblust, gefrustreerd, overspannen. De diehards bleven over. Een enkeling die hem tegensprak werd, heel tegenstrijdig, door hem gerespecteerd en met rust gelaten.
Op een gegeven moment werd de beerput opengebroken. Zijn functioneren ter discussie gesteld. De beschuldigingen logen er niet om. Machtsmisbruik, intimidatie, emotionele chantage. Een intern onderzoek volgde. Zelfs tijdens het anonieme onderzoek durfde niemand het achterste van de tong te laten zien. Bang voor zijn lange invloedrijke arm.
Uiteindelijk viel het oordeel. Non-actief stelling en exit. Opluchting alom, van de jongste bediende tot hogerop. Er werd op zijn graf gedanst en getoast op zijn aftocht, figuurlijk wapperden alle vlaggen. Karma!
Toen gebeurde er iets geks. Mensen kregen tegenstrijdige gevoelens rond het gebeuren. Medelijden overheerste. Medelijden met zijn onvermogen tot communicatie en het herkennen en erkennen van talenten van een ander. Medelijden met zijn onvermogen om te relativeren en dingen in perspectief te zien. Medelijden met zijn onvermogen om zichzelf op zijn tijd ondergeschikt te maken aan een ander. Om zijn zucht naar materiële zaken en het, door hem verafgoodde, Babylon dat hij bouwde.
Ondanks alles zat het niemand echt lekker. Stom hé?
Dan lees ik Bregman. Al jaren in de boekenkast en nooit aan toegekomen. Een uitdagend en prikkelend boek dat, zonder onrealistisch te zijn, doemdenkers aanzet tot omdenken. Eeuwenoude waarheden gaan over de kop. Wij zijn geen engelen, kunnen soms rotvervelend doen maar hebben altijd de keus tussen goed en kwaad. Welke kant ontwikkelen we?
De meeste mensen deugen. Toen ik het boek uithad, kon ik bijna niet stoppen met glimlachen. Zou het dan toch? Een troostrijke gedachte. Ik ben weer wat milder gestemd. Voorlopig…