Oeps, I did it again

Bij thuiskomst opende manlief de huisdeur en ging ik over tot de orde van de dag. Met drie pubers heb je genoeg aan het hoofd. Een dag later klonk de kreet: ‘Wie heeft de sleutel?’ Beschuldigingen vlogen over en weer, een zoektocht werd opgestart. Tevergeefs.
De sleutel stond een week gesignaleerd op de lijst van vermiste voorwerpen. Ner-gens te vinden! Op vrijdag bakte mijn Hendrik de wekelijkse patatten. Het vet pruttelde vrolijk in de pan, de frieten zagen er heerlijk uit. Maar waar kwam die versiering van minuscule blauwe spikkels vandaan? Groot was de verbazing toen tussen de frieten, aan een finaal weggesmolten sleutelhanger, de verdwenen huissleutel opdook.
Die huissleutel weet wat. Zo vond ik hem ooit ook eens terug in het vriesvak van de koelkast en tussen de sperziebonen in de groente lade.
Zaterdag maakte ik een boodschappenbriefje. Ik ging naar ’s lands grootgrutter, manlief naar de concurrent. Op de terugweg meldde hij dat hij scheergel had meegenomen. Fijn, want ik was het vergeten.
Thuisgekomen werkte ik snel de boodschappen weg. Zoals alle mannen, excuses voor het generaliseren, had hij het niet kunnen laten een en ander buiten het briefje te kopen. Ik schoof snel een spuitbus slagroom tussen een bakje blauwe bessen en het doosje trostomaten. Vroeg me ondertussen wel af wat we met slagroom moesten, terwijl hij het ‘verboden’ appeltaartje dit keer niet had meegenomen. Echter de speciaalhandel riep en we gingen op pad voor een douchewand.
Zondag vierden we de gelukkige negende verjaardag van onze kleindochter. Thuis zitten zij midden in een verbouwing, onze veranda vormde een goed alternatief. Het was prachtig weer en er ging e.e.a. op de barbecue. De fruitsalade vond gretig aftrek.
‘Er ligt slagroom in de koelkast’, merkte ik op. ‘Je vader kon het niet laten… wil er iemand slagroom bij het fruit?’ ‘Slagroom, ik heb helemaal geen slagroom meegenomen!’ ‘Écht wel, kijk maar!’ En triomfantelijk trok ik een bus scheergel uit de koelkast.