Oud maar niet gebroken
Het was ergens in oktober dat een vlinder neerdaalde op mijn schouder. Een Dagpauwoog. Misschien zat zij er al een tijdje voordat ik haar voelde kriebelen naast mijn oor. Zij maakte geen aanstalten om weg te vliegen. Traag wandelde zij half slapend over mijn vest. Haar trillende roodbruine vleugels met de mooie ogen hielden haar ternauwernood overeind.
Na wat googelen begreep ik dat zij zich klaarmaakte voor de winterslaap. Hoewel ik haar graag een behaaglijk plekje gunde, bleek dat dit ten koste zou gaan van de diepte van haar slaap. Ze zou te actief blijven en dit kost veel energie. Zij was beter af in een koudere omgeving. Ik besloot op zoek te gaan naar een plekje in de schuur. Echter terwijl ik mijn schoenen aantrok, had deze slimmerd andere plannen. ‘Ik maak zelf wel uit waar ik mijn vleugels te rusten leg’. Ze vloog op en verdween. Geen vlinder meer te zien. Waar zou zij zich hebben verstopt? Ik hoopte dat de warmte in ons huis haar niet zou hinderen.
Vanochtend fladderde zij plotseling door de gang en landde in de vensterbank van het keukenraam. Uitgerekend op deze sombere regenachtige dag volgde zij de roep van de natuur om te ontwaken. ‘Je had beter wat langer kunnen slapen, meisje’, mompelde ik. Maar ja, dagpauwogen zijn bijdehandjes. Staan altijd als eerste in de rij om uit te vliegen.
Ze is onomstotelijk aan het eind van haar leven. Misschien was zij een tweede generatie vlinder en nog vrij jong toen de natuur haar aanspoorde om in winterslaap te gaan. Ze is duidelijk verouderd tijdens haar rustperiode. Haar vleugels zijn verweerd, rafelig en bijna doorzichtig geworden. Zo aan het einde van haar levenscyclus heeft zij alle moed bij elkaar geschraapt en is zij klaar voor de lente en een laatste zomer om te shinen. Oud maar niet gebroken.
Ooit was zij een minuscuul eitje, een rups en daarna een cocon waaruit zij als vlinder tevoorschijn kwam. Zich vervolgens oppompte en uitvloog: het zonlicht tegemoet. Wat gun ik deze volhardende dame een mooie laatste levensfase waarin zij heerlijk samen met een partner rond danst op de golven van de wind. Onze uitbundige vlinderstruiken zullen haar nageslacht vast en zeker met open armen ontvangen.
Nou meid, nu even uitrusten en moed verzamelen op het randje van de vensterbank. De keukendeur staat open, de wijde wereld lokt en roept! Hoor je haar al?
Na wat googelen begreep ik dat zij zich klaarmaakte voor de winterslaap. Hoewel ik haar graag een behaaglijk plekje gunde, bleek dat dit ten koste zou gaan van de diepte van haar slaap. Ze zou te actief blijven en dit kost veel energie. Zij was beter af in een koudere omgeving. Ik besloot op zoek te gaan naar een plekje in de schuur. Echter terwijl ik mijn schoenen aantrok, had deze slimmerd andere plannen. ‘Ik maak zelf wel uit waar ik mijn vleugels te rusten leg’. Ze vloog op en verdween. Geen vlinder meer te zien. Waar zou zij zich hebben verstopt? Ik hoopte dat de warmte in ons huis haar niet zou hinderen.
Vanochtend fladderde zij plotseling door de gang en landde in de vensterbank van het keukenraam. Uitgerekend op deze sombere regenachtige dag volgde zij de roep van de natuur om te ontwaken. ‘Je had beter wat langer kunnen slapen, meisje’, mompelde ik. Maar ja, dagpauwogen zijn bijdehandjes. Staan altijd als eerste in de rij om uit te vliegen.
Ze is onomstotelijk aan het eind van haar leven. Misschien was zij een tweede generatie vlinder en nog vrij jong toen de natuur haar aanspoorde om in winterslaap te gaan. Ze is duidelijk verouderd tijdens haar rustperiode. Haar vleugels zijn verweerd, rafelig en bijna doorzichtig geworden. Zo aan het einde van haar levenscyclus heeft zij alle moed bij elkaar geschraapt en is zij klaar voor de lente en een laatste zomer om te shinen. Oud maar niet gebroken.
Ooit was zij een minuscuul eitje, een rups en daarna een cocon waaruit zij als vlinder tevoorschijn kwam. Zich vervolgens oppompte en uitvloog: het zonlicht tegemoet. Wat gun ik deze volhardende dame een mooie laatste levensfase waarin zij heerlijk samen met een partner rond danst op de golven van de wind. Onze uitbundige vlinderstruiken zullen haar nageslacht vast en zeker met open armen ontvangen.
Nou meid, nu even uitrusten en moed verzamelen op het randje van de vensterbank. De keukendeur staat open, de wijde wereld lokt en roept! Hoor je haar al?