Over kasten en puntjes
Oudjaarsdag. Binnen zijn de gourmetdampen nog naar net opgetrokken. De slaapkamerupdate die slechts een week of twee zou duren, loopt na acht weken op zijn eind.
Mijn man zet vandaag de laatste punten op de i. Punten in de vorm van kasten, zojuist Coronaproef afgeleverd door twee zwijgzame bezorgers van een bekend Zweeds warenhuis. ‘Goedemorgen’, zucht, steun, zucht, ‘dat was het’, en wég waren ze.
Het optimistische plan was om samen alles in elkaar te zetten. Ik zat zoeven startklaar, om als een operatiezuster, cruciale onderdelen aan te geven. Inmiddels heb ik mezelf discreet teruggetrokken.
We zitten niet te wachten op een huwelijkscrisis en deze vrouw kent haar plaats tijdens ingewikkelde montagewerkzaamheden.
‘Geleiders, ladegeleiders, waar zijn die nu weer?’ en ‘zitten er geen schroeven bij?’, mopper, de mopper. ‘Kijk met je ogen in plaats van met je neus. Vergeet vooral niet de handleiding te gebruiken’, denk ik.
Voorzichtigheidshalve waag ik het maar niet om deze woorden hardop uit te spreken. Ach ja, de beste stuurlui staan altijd aan wal, een troostrijke gedachte. Voorzichtig schuif ik hem wat lege bakjes van de afhaalchinees toe, makkelijk voor de schroefjes…
We hadden wilde plannen. Doel was om uit vijf verschillende kasten een luxe pseudo inbouwkast te creëren. Tot in detail bedacht en uitgetekend.
Helaas bleken de plafonds in ons jarendertighuis zo scheef als een hoer. Voor ik iedereen over me heen krijg…
Die Rotterdamse uitdrukking komt oorspronkelijk uit het Javaans. Een ‘hoerentoeter’ is een trechtervormig gerold shagje. Maar dat even terzijde. Plan A belandde dus voortijdig in de prullenbak.
Tijd voor plan B, een kastencombinatie die het plafond vrij houdt. Deze staat nu op het punt geboren te worden. Alhoewel, ik serieus rekening hou met een tijdrovende bevalling en langdurige persweeën.
Na een estafette om al het benodigde gereedschap te verzamelen uit alle krochten van huis en schuur, klinken er eindelijk hoopgevende klopgeluiden.
Uit de radio schalt de reclame van de Staatsloterij. Met een miauwende kitten op de achtergrond zegt een warme mannenstem; ‘Oudejaarsavond en kans op 30 miljoen!’ ‘Pleur toch op met je 30 miljoen’, mompelt manlief geïrriteerd. Oef, hangt de vlag er zo bij! Ik schiet in de lach.
Mieke Telkamps, ‘Waarheen leidt de weg...?’, speelt door mijn hoofd. Het Zweedse warenhuis heeft al decennialang de I hoog in het vaandel. Echter de puntjes van mijn Hendrik zijn voorlopig niet in zicht.
Mijn man zet vandaag de laatste punten op de i. Punten in de vorm van kasten, zojuist Coronaproef afgeleverd door twee zwijgzame bezorgers van een bekend Zweeds warenhuis. ‘Goedemorgen’, zucht, steun, zucht, ‘dat was het’, en wég waren ze.
Het optimistische plan was om samen alles in elkaar te zetten. Ik zat zoeven startklaar, om als een operatiezuster, cruciale onderdelen aan te geven. Inmiddels heb ik mezelf discreet teruggetrokken.
We zitten niet te wachten op een huwelijkscrisis en deze vrouw kent haar plaats tijdens ingewikkelde montagewerkzaamheden.
‘Geleiders, ladegeleiders, waar zijn die nu weer?’ en ‘zitten er geen schroeven bij?’, mopper, de mopper. ‘Kijk met je ogen in plaats van met je neus. Vergeet vooral niet de handleiding te gebruiken’, denk ik.
Voorzichtigheidshalve waag ik het maar niet om deze woorden hardop uit te spreken. Ach ja, de beste stuurlui staan altijd aan wal, een troostrijke gedachte. Voorzichtig schuif ik hem wat lege bakjes van de afhaalchinees toe, makkelijk voor de schroefjes…
We hadden wilde plannen. Doel was om uit vijf verschillende kasten een luxe pseudo inbouwkast te creëren. Tot in detail bedacht en uitgetekend.
Helaas bleken de plafonds in ons jarendertighuis zo scheef als een hoer. Voor ik iedereen over me heen krijg…
Die Rotterdamse uitdrukking komt oorspronkelijk uit het Javaans. Een ‘hoerentoeter’ is een trechtervormig gerold shagje. Maar dat even terzijde. Plan A belandde dus voortijdig in de prullenbak.
Tijd voor plan B, een kastencombinatie die het plafond vrij houdt. Deze staat nu op het punt geboren te worden. Alhoewel, ik serieus rekening hou met een tijdrovende bevalling en langdurige persweeën.
Na een estafette om al het benodigde gereedschap te verzamelen uit alle krochten van huis en schuur, klinken er eindelijk hoopgevende klopgeluiden.
Uit de radio schalt de reclame van de Staatsloterij. Met een miauwende kitten op de achtergrond zegt een warme mannenstem; ‘Oudejaarsavond en kans op 30 miljoen!’ ‘Pleur toch op met je 30 miljoen’, mompelt manlief geïrriteerd. Oef, hangt de vlag er zo bij! Ik schiet in de lach.
Mieke Telkamps, ‘Waarheen leidt de weg...?’, speelt door mijn hoofd. Het Zweedse warenhuis heeft al decennialang de I hoog in het vaandel. Echter de puntjes van mijn Hendrik zijn voorlopig niet in zicht.