Prik
Met tien naalden in het lijf op een bed. Drie per voet; twee in mijn kleine teen, een tussen mijn grote en tweede teen. Om het geheel compleet te maken, zitten er ook twee per pink. Daar lig ik dan bij ‘mijn’ Chinees. De acupuncturist wel te verstaan.
Het systeemplafond telt vijf keer zes plafondplaten. Vier ingebouwde lichtspotjes, een rookmelder en een geluidsboxje completeren het geheel. Vergeet ik nog de plafondventilator. Vier bladen met daarin vier keer drie goudkleurige schroeven en vier zilverkleurige schroeven in het ‘motorhuis’. Tien glazen cupping bollen in de vensterbank. Een afbeelding met groene bamboe aan de zijmuur.
De wand tegenover mij is voorzien van fotobehang. Een berkenbos. Tussen de bomen recht voor mij piepen mij lange zonnestralen tegemoet. Ik krijg er zowaar een vrolijk zomers gevoel van.
Uit het geluidsboxje klinkt meditatiemuziek. Rustgevende windgongklanken. Het geluidsboxje snort en zoemt een beetje. Het geluid lijkt op de ademhaling van een kat met een verstopte neus, terwijl hij ook nog moeite doet om te spinnen. Sprekend James onze rode-je-weet-wel kater, het voelt opeens vreemd vertrouwd in de verder kale ruimte.
Waarom ik dit alles zo gedetailleerd vertel? Nou gewoon… ik heb hier toch niets te doen buiten een uur lang muisstil en onbeweeglijk naar het plafond staren.
Er start een ander muziekje. Dezelfde klanken, maar op de achtergrond klinkt vaag een kanariekoor. Wat gek, het gesnor is verdwenen… Zou het dan niet aan het geluidsboxje liggen en bij het muziekje horen?
In de behandelkamer naast mij, ligt een mevrouw luidruchtig tegen iemand te praten. De dunne wand laat niets te raden over. Ze ruziën een beetje of zij óf hij ooit de meeste naalden in het lijf had. Ik moet opeens aan een oud reclamespotje denken. Je weet wel, die man die, met een lijf vol naalden, te maken krijgt met een noodsituatie. Even Apeldoorn bellen!
In gedachten schrijf ik verder aan een verhaal waar ik al een poosje aan werk. Briljante ideeën spelen op. ‘k Ben ze straks vast weer vergeten. Een uur duurt lang. Mijn ogen vallen langzaam dicht.
Jeuk, jeuk aan mijn neus! Mijn handen kunnen geen kant uit. Ik probeer het voorzichtig blazend op te lossen. Frustratie! Het bos tegenover mij verliest haar glans. En zie ik daar een vlíegje verschijnen?
Gelukkig! Daar is de naaldkunstenaar. Naalden eruit en gaan. Zo, dit oersaaie uur resulteert toch in vierhonderd woorden. Genoeg voor een column!
Het systeemplafond telt vijf keer zes plafondplaten. Vier ingebouwde lichtspotjes, een rookmelder en een geluidsboxje completeren het geheel. Vergeet ik nog de plafondventilator. Vier bladen met daarin vier keer drie goudkleurige schroeven en vier zilverkleurige schroeven in het ‘motorhuis’. Tien glazen cupping bollen in de vensterbank. Een afbeelding met groene bamboe aan de zijmuur.
De wand tegenover mij is voorzien van fotobehang. Een berkenbos. Tussen de bomen recht voor mij piepen mij lange zonnestralen tegemoet. Ik krijg er zowaar een vrolijk zomers gevoel van.
Uit het geluidsboxje klinkt meditatiemuziek. Rustgevende windgongklanken. Het geluidsboxje snort en zoemt een beetje. Het geluid lijkt op de ademhaling van een kat met een verstopte neus, terwijl hij ook nog moeite doet om te spinnen. Sprekend James onze rode-je-weet-wel kater, het voelt opeens vreemd vertrouwd in de verder kale ruimte.
Waarom ik dit alles zo gedetailleerd vertel? Nou gewoon… ik heb hier toch niets te doen buiten een uur lang muisstil en onbeweeglijk naar het plafond staren.
Er start een ander muziekje. Dezelfde klanken, maar op de achtergrond klinkt vaag een kanariekoor. Wat gek, het gesnor is verdwenen… Zou het dan niet aan het geluidsboxje liggen en bij het muziekje horen?
In de behandelkamer naast mij, ligt een mevrouw luidruchtig tegen iemand te praten. De dunne wand laat niets te raden over. Ze ruziën een beetje of zij óf hij ooit de meeste naalden in het lijf had. Ik moet opeens aan een oud reclamespotje denken. Je weet wel, die man die, met een lijf vol naalden, te maken krijgt met een noodsituatie. Even Apeldoorn bellen!
In gedachten schrijf ik verder aan een verhaal waar ik al een poosje aan werk. Briljante ideeën spelen op. ‘k Ben ze straks vast weer vergeten. Een uur duurt lang. Mijn ogen vallen langzaam dicht.
Jeuk, jeuk aan mijn neus! Mijn handen kunnen geen kant uit. Ik probeer het voorzichtig blazend op te lossen. Frustratie! Het bos tegenover mij verliest haar glans. En zie ik daar een vlíegje verschijnen?
Gelukkig! Daar is de naaldkunstenaar. Naalden eruit en gaan. Zo, dit oersaaie uur resulteert toch in vierhonderd woorden. Genoeg voor een column!