R.I.P

Wachtend op mijn beurt, volg ik onwillekeurig hun gesprek. Het gaat over een ernstig ziek huisdier. Hond, kat of konijn, daar kan ik geen hoogte van krijgen. Gisteren gebracht, nachtje in observatie, allerlei onderzoeken en nu de uitslag.
Helaas, in de praktijk hebben zij er de afgelopen 24 uur alles aan gedaan, zonder resultaat. Niets meer aan te doen… verder niet laten lijden…. euthanasie.
Onbewogen horen de dames de boodschap aan. De een rommelt nonchalant in haar tas, de ander heeft het druk met haar telefoon. Allemachtig, het gaat hier niet over een koelkast of een koektrommel!
De assistente kijkt ongelovig toe en lijkt hun reactie niet echt te begrijpen. De dierenarts legt nog een en ander uit. Midden in het verhaal, zegt een van de dames ongeduldig: ‘Hij hoeft dus niet te lijden. Tja, ’t is toch een soort van familielid geworden.
Oké, dat was het dan. Je hebt mijn mailadres voor de rekening?’. ‘Wilt u hem soms nog even zien om afscheid te nemen?’, probeert de assistente.
‘Nee, dat hoeft niet’, is de emotieloze reactie. Een laatste opgewekt ‘Goedemiddag’ en daar gaan ze.
Ik neem de medicijnen voor onze hond in ontvangst en loop achter hen aan naar de parkeerplaats. Ze praten luchtig over koetjes en kalfjes.
Ik kan er niet bij. Al is het misschien slechts een kanariepietje, je laat een familielid niet alleen sterven! Mijn hart zegt voor de zoveelste keer ‘krak’, en breekt een beetje.
Laatst las ik een artikel over euthanasie bij dieren. Onderzoek heeft uitgewezen dat de stelling dat huisdieren extra bang en gestrest zijn als de eigenaar weggaat als ze worden geëuthanaseerd, absoluut waar is.
Ook al hebben ze geen weet van hun overlijden; een omgeving met vreemde mensenzonder hun vertrouwde baas, veroorzaakt wel heftige angst. Dat moet je niet willen.
Nu, een paar uur later, is dit ‘soort van familielid’ vast al afgereisd naar de eeuwige jachtvelden. Ik hoop dat tijdens zijn laatste minuten, een lieve assistente of dierenarts zijn poot heeft vastgehouden, hem geruststelde, kalmerend toesprak en liefdevol achter de oren kriebelde.
Ach, misschien ben ik voorbarig met mijn conclusie en zitten ergens in Ridderkerk twee dames diep bedroefd de ogen uit hun kop te janken. Alhoewel… Arm beessie, rust in vrede. Jij was het waard, zij niet.