Vanaf dat moment had ik geen andere naam meer’. Elie Wiesel

Helaas zijn de lessen die de geschiedenis ons leert, niet bij iedereen ingedaald. De politie van Arnhem was genoodzaakt een onderzoek te starten naar de groep Vitesse-aanhangers die bij een sfeeractie in aanloop naar de bekerfinale Ajax-Vitesse, ‘Hamas, Hamas, Joden aan het gas’ scandeerde. Lafhartige haters die zich achter elkaars rug verschuilen.
De ramen van het Joodse restaurant Hacarmel in Amsterdam zijn recent voor de zoveelste keer beklad met antisemitische teksten. Graffiti teksten en hakenkruizen op viaducten langs snelwegen zijn schering en inslag.
Een aantal jaren geleden maakte ik een reconstructie van het leven van Roosje van Tijn, de laatste joodse inwoonster van Puttershoek. Tijdens mijn zoektocht naar sporen uit het verleden, ontvouwde zich het tragische lot van Roosje.
Zij stierf een zinloze dood in de gaskamer van Auschwitz. Haar naam staat als nummer 5649 op de Kaddisj lijst van de gemeente Rotterdam.
Laatst las ik het boek ‘Nacht’ van Elie Wiesel. Hij ontving in 1986 de Nobelprijs van de Vrede. Wiesel verloor, tijdens de Holocaust, zijn moeder, zijn zusje Tzipora en zijn vader.
Het boek is het persoonlijke verhaal van een jonge adolescent in de nazivernietigingskampen Auschwitz en Buchenwald. Een indringend verslag van waar toe een mens in staat is.
Een beschrijving van het kwaad in zijn meest extreme vorm. ‘Ze tatoeëerden met een naald een nummer op onze linkerarm. Ik werd A-7713. Vanaf dat moment had ik geen andere naam meer.’
Jules Schelvis (1921- 2016) wiens familie met uitzondering van zijn zus en moeder door de nazi’s werd omgebracht, schreef het indrukwekkende boek ‘Binnen de poorten’ over zijn ervaringen in Sobibor.
Hij vertelt over zijn geliefde Rachel die hij, tijdens de chaos na aankomst in het kamp, uit het oog verloor en nooit meer terugzag. Ze waren slechts anderhalf jaar gelukkig getrouwd.
Door bluf en een dosis geluk, overleefde hij de verschrikkingen. Echter de oorlog verliet hem nooit en reisde zijn hele lange leven met hem mee.
Schelvis maakte tijdens dit lange leven een uniek beelddocument. Programmamaker Piet de Blaauw verwerkte de twaalf door Schelvis afgenomen getuigeninterviews, in een documentaire. De Sobibor Tapes.
Gedurende de interviews op deze tapes zien we de gebaren, de blik in de ogen en horen we de rauweemotie in de stem van de getuigen.
Wat de overlevenden van kamp Sobibor vertellen is openhartig, bloedstollend en huiveringwekkend. Een monument met eeuwigheidswaarde.
Archeologen onderzoeken al jaren de plek van vernietigingskamp Sobibor. Na de gevangenenopstand van 14 oktober 1943 wisten de nazi’s Sobibor van de kaart, in een poging om de bewijzen voor de systematische uitroeiing van de Joden te ontkrachten.
Bomen werden aangeplant, er verrees een bos. Dankzij een handvol getuigen kan de geschiedenis van Sobibor worden verteld. Het terrein geeft gelukkig langzaam zijn verleden bloot.
De fundamenten van de gaskamers. Een groot massagraf met 200.000 slachtoffers. Voorwerpen die boven komen: een oorbel, een uitgetrokken gouden tand en een gouden verlovingsring met een ingegraveerd hartje. Stille getuigen van de humanitaire ramp die zich hier voltrok.
Zo zijn er ontelbare getuigenissen en verhalen over het kwade dat goede mensen trof.
Op 4 mei zijn wij stil om te herdenken. Waarbij we stilstaan bij het verleden en ons bewust zijn van het feit dat in het verleden het heden ligt besloten en in het nu, wat worden zal. En dat wie gisteren zweeg, morgen ook zal zwijgen.
Tzipora Wiesel, Rachel Schelvis, Roosje van Tijn en miljoenen anderen; joden, zigeuners, geestelijk en lichamelijk gehandicapten, homoseksuelen en verzetsmensen…. Opdat wij niet vergeten, want om met Wiesel te spreken:
‘Vergeten zou niet alleen gevaarlijk zijn maar ook weerzinwekkend: deze doden vergeten, zou gelijkstaan aan ze een tweede keer vermoorden’.
Dat mag nooit meer gebeuren.
(Voor degenen die het verhaal van Roosje van Tijn nog niet kennen www.wo2-hoekschewaard.nlg )