Vossenjacht
Kleinzoon Lev is in de ban van de vos, die zijn leger en hol waarschijnlijk ergens in de buurt van het vakantiehuisje heeft opgeslagen. Hij heeft een hoopje poep gesignaleerd.
Midden op het pad. ‘Zou dat vossenpoep zijn, oma Leni?’, vraagt hij. We besluiten Google in te schakelen, want Freek Vonk is vast met vakantie in Verweggistan.
Onze kleine Freek in spé bestudeert de poep uitvoerig. Er zitten rode besjes in, is zijn conclusie. ‘Eet een vos dieren of ook besjes?’, is de volgende vraag. We googelen vrolijk verder.
Hij typt in: ‘wat eten vossen?’ Vossen eten dieren zoals konijnen, muizen en ander klein wild. Een lekker kipje of gevogelte slaan ze ook niet af. Ter afwisseling eten zij wildebessen. Die bessen, ‘dat klopt!’, jubelt hij.
Yes! Dit móet vossenpoep zijn, net als de hoop die een paar dagen geleden in de tuin lag. Zo laat hij ons én andere vossen weten dat wij zich in zijn territorium bevinden. Dit doet hij ook door kleine plukje haar achter te laten aan hekwerk of struiken.
‘Kan de vos ruiken dat ik vandaag chocoladepasta heb gegeten?’ Waar slaapt hij overdag, krijgt hij baby’s in de zomer?’, de vragen blijven komen. Zijn nieuwsgierigheid kent geen grenzen.
‘Kom oma! Jij hebt hem al gezien, jij hebt er verstand van, nu ik nog!’, zegt kleine Freek geestdriftig. ‘Ik pak mijn verrekijker. We gaan op zoek!’
Daar gaan wij, op vossenjacht. Met zijn vinger tegen de lippen, legt Freekje zichzelf het zwijgen op en sluipt voor mij uit. Geloof mij: dit is moeilijk voor een ventje dat meestal een uur in het kwartier kletst.
Hij speurt door zijn verrekijker de omgeving af. Ziet aan elk hek en iedere struik denkbeeldige bruine haren. En zijn dat geen pootafdrukken? ‘Ik bibber gewoon’, zegt hij. ‘ik vind het zo spannend !’
Ja, hij weet de spanning goed op te voeren. Zelfs oma kijkt inmiddels speurend om zich heen. Geen vos te bekennen, maar je weet het natuurlijk nooit. Verder dan wat uitgedroogde konijnenkeutels komen we echter niet. De prikkelbosjes rond het huis zijn hem gelukkig te stekelig..
Tijd om naar bed te gaan. Morgenochtend gaat hij met papa onder een struik zitten. Héél stil, succes verzekerd.
Welterusten Lev. Rest mij de taak nog even die vos in te seinen. ‘Laat je neus even zien joh!’, anders ben ik, als ‘vossendeskundige’, de rest van de vakantie de Sjaak.