
Zwart-wit
De schoolfotograaf trekt tegenwoordig alles uit de kast voor het perfecte plaatje. Zijn komst staat begin van het schooljaar al op de jaarplanning. Liefst in een maand met gezond blozende kindergezichtjes. De fotocommissie kan kiezen uit talloze achtergronden en decorstukken. Van graffitimuur tot paleisdeur, van bloemenzee tot herfstbos. De leerlingen werden ooit zelfs gefotografeerd met blote voeten, zó schattig dat maatje 25. Maat 41 viel echter wat uit de toon.
Voorafgaand aan D-day, zijn er kledinginstructies en een vooraankondiging van de achtergrond. Kapsels worden op de grote dag ter plekke gecontroleerd op verwaaide kuiven, scheve haarspeldjes en andere onregelmatigheden. Een visagiste is nog nét niet, maar over 10 jaar geheid, in het totaalpakket opgenomen inclusief een retoucheringclausule.
Nee, dan vroeger. Vroeger kwam de schoolfotograaf doorgaans compleet onverwachts. Ik had het er niet op. Het ging al fout op de kleuterschool.
Niets geen achtergrond met hagelwitte stranden en andere toeters en bellen. Nee, doodongelukkig zat ik aan een tafel met legoblokjes waarmee ik geacht werd te bouwen. Terwijl de fotograaf zijn best deed om mij op mijn voordeligst te vereeuwigen, kreeg ik met geen mogelijkheid de blokjes op elkaar.
In opperste concentratie piepte mijn tong bíjna uit mijn mond. Precies op dat moment plopte de flitslamp en schrok ik mij te pletter. Ik keek alsof ik niet tot tien kon tellen. Mijn ouders bestelden de foto. Onvoorstelbaar, maar waarschijnlijk om niet lullig te doen tegenover de fotograaf.
Een jaar later zat ik in cowboytenue op een houtblok. Gelukkig had ik meer met cowboys dan met lego en perste er een lachje uit. Deze foto kwam thuis niet door de ballotagecommissie. Jammer, want ik deed zo mijn best. Laat we de foto waarop ik achter een schildersezel met een afschuwelijk modderkleurig verfwerk zit maar snel vergeten. Gelukkig is het geen kleurenfoto.
Tijdens mijn basisschooltijd stond er incidenteel een reizende schoolfotograaf verdekt opgesteld achter de schutting. Of je wilde of niet: je liep in een fuik, er was geen ontkomen aan. Vermoeid klom ik met een piekerig kapsel op het zoveelste wiebelige draaimolenpaard, keek een partij moeilijk en voilà de zoveelste gekke foto.
Met de schoolfotograaf en mij is het nooit goed gekomen. Gevalletje PTSS- light. De zwart-witfoto waarop ik als tobbende kleuter worstel met de legoblokjes, hangt in mijn kantoortje. Een leerlinge vroeg laatst bloedserieus: ‘Juf, wanneer is de wereld eigenlijk gekleurd geworden???’
Voorafgaand aan D-day, zijn er kledinginstructies en een vooraankondiging van de achtergrond. Kapsels worden op de grote dag ter plekke gecontroleerd op verwaaide kuiven, scheve haarspeldjes en andere onregelmatigheden. Een visagiste is nog nét niet, maar over 10 jaar geheid, in het totaalpakket opgenomen inclusief een retoucheringclausule.
Nee, dan vroeger. Vroeger kwam de schoolfotograaf doorgaans compleet onverwachts. Ik had het er niet op. Het ging al fout op de kleuterschool.
Niets geen achtergrond met hagelwitte stranden en andere toeters en bellen. Nee, doodongelukkig zat ik aan een tafel met legoblokjes waarmee ik geacht werd te bouwen. Terwijl de fotograaf zijn best deed om mij op mijn voordeligst te vereeuwigen, kreeg ik met geen mogelijkheid de blokjes op elkaar.
In opperste concentratie piepte mijn tong bíjna uit mijn mond. Precies op dat moment plopte de flitslamp en schrok ik mij te pletter. Ik keek alsof ik niet tot tien kon tellen. Mijn ouders bestelden de foto. Onvoorstelbaar, maar waarschijnlijk om niet lullig te doen tegenover de fotograaf.
Een jaar later zat ik in cowboytenue op een houtblok. Gelukkig had ik meer met cowboys dan met lego en perste er een lachje uit. Deze foto kwam thuis niet door de ballotagecommissie. Jammer, want ik deed zo mijn best. Laat we de foto waarop ik achter een schildersezel met een afschuwelijk modderkleurig verfwerk zit maar snel vergeten. Gelukkig is het geen kleurenfoto.
Tijdens mijn basisschooltijd stond er incidenteel een reizende schoolfotograaf verdekt opgesteld achter de schutting. Of je wilde of niet: je liep in een fuik, er was geen ontkomen aan. Vermoeid klom ik met een piekerig kapsel op het zoveelste wiebelige draaimolenpaard, keek een partij moeilijk en voilà de zoveelste gekke foto.
Met de schoolfotograaf en mij is het nooit goed gekomen. Gevalletje PTSS- light. De zwart-witfoto waarop ik als tobbende kleuter worstel met de legoblokjes, hangt in mijn kantoortje. Een leerlinge vroeg laatst bloedserieus: ‘Juf, wanneer is de wereld eigenlijk gekleurd geworden???’